Boekreview In search of excellence – Tom Peters en Robert Waterman

15/12/2015 Leestijd: 7 minuten

Enige maanden heb ik er naar uit gekeken: In search of excellence is een van de bekendste managementtitels die er zijn, zo werd het door Time verkozen als een van de ’25 most influential business management books’. Het boek werd in 1982 gepubliceerd en maakte van Tom Peters – de bekendste van de twee auteurs – direct een schrijver van bestsellers. Voor het schrijven van dit boek bestudeerden Peters en Waterman 43 bedrijven in Amerika die op dat moment zeer goed presteerden: de maatstaven waren groei, uitkeringen aan aandeelhouders, etc. De beschreven bedrijven zijn grotendeels nu nog bekend; Peters en Waterman waren op zoek naar wat een organisatie continuïteit van excellentie bood. In hun Amerikaanse stijl van schrijven maken ze veel gebruik van voorbeelden en dit maakt het  boek tastbaar, hoewel het soms wat academisch geschreven is.

Inhoud

Peters en Waterman beschrijven acht thema’s die de succesvolle bedrijven delen:

  • A bias for action

Dit is een concept dat we tegenwoordig steeds vaker terugzien; het behelst dat de cultuur in de organisatie is om ‘iets te doen’, om ‘het te gaan maken’. En dit gaat hand in hand met een andere opvatting: je mag falen, als je maar probeert.

Een sprekend voorbeeld uit het boek betreft een CEO die zijn productie-afdeling vraagt om een camera te maken (kosten: 500$) die hij op een feestje uittest, diezelfde avond. De camera is daar een enorm succes en de organisatie besluit een productielijn op te zetten. Het motto: wat hebben we te verliezen?

  • Close to the customer

Bedrijven draaien om waarde toevoegen – en het overgrote deel van de 43 bedrijven zat bovenop de klant. Wist precies wat de klant wilde, hoe het gemaakt kon worden, was klantvriendelijk en gericht op toegevoegde waarde.

  • Autonomy and entrepreneurship

Nog een term die zeer actueel is – opvallend, niet, voor een boek dat dertig jaar geleden geschreven werd? Maar misschien laat dit juist de kracht van het boek zien; dat deze acht thema’s goed zijn voor organisaties is niet zozeer nieuw, maar hoe deze thema’s geïmplementeerd worden wel.
Dit thema gaat over het ervaren van autonomiteit – hoe succesvolle bedrijven hun werknemers bekrachtigen en hoe ook dit leidt tot actie, in combinatie met verwantwoordelijkeheidsgevoel.

  • Productivity trough people

Dit thema gaat om vertrouwen en om werknemers mens te laten zijn. Het wordt geïntroduceerd met een zeer sprekend gedicht, dat de vraag stelt: wat is er anders aan een vader die naar zijn werk gaat, zijn hoed en jas ophangt en aan de lopende band plaatsneemt? Houdt hij ineens op te denken, kent hij ineens geen verantwoordelijkheid meer? Het is immens belangrijk om je personeel te vertrouwen. Een van de mensen die gesproken werd met het boek onderschrijft dit – vijf tot acht procent maakt misbruik van het vertrouwen. Desondanks is vertrouwen het beste pad om te bewandelen.

  • Hands-on, value driven

Het boek focust sterk op de kernwaarden van organisaties. Het lijkt sterk op de kernwaarden zoals we die in Coveys zeven eigenschappen tegenkomen. Succesvolle organisaties hebben een heel helder beeld van hun kernwaarde, bijvoorbeeld: altijd op tijd leveren, altijd kwaliteit leveren. Of: klantenservice staat op de eerste plaats.

  • Stick to the knitting

“Schoenmaker, blijf bij je leest” somt dit thema aardig op. De succesvolle bedrijven weten waar ze goed in zijn, hebben een duidelijke dienstverlening of product – en blijven daarbij.

  • Simple form, lean staff

Een van de meer verrassende stellingen in dit boek vond ik hoe er in deze succesvolle bedrijven vaak in kleine teams werd gewerkt. Een van de conclusies van Peters en Waterman is dat de grote ontwikkelingen binnen grote bedrijven, of juist kleine bedrijven die snel groeien, hun oorsprong vaak vinden in een enkel idee, dat door een kleine groep mensen werd ontwikkeld die buiten de status quo werkten. Ze stonden ‘los’ van de grote procedures en konden daardoor iets oprecht nieuws bedenken. Organisaties die al groot zijn en toch succesvol blijven hebben een manier gevonden om hun organisatie dit soort nieuwe ideeën toch te laten genereren. Dit is zeker een van de meer fascinerende delen van het boek.

Het lean staff gedeelte slaat niet alleen op het beperken van je overhead – eigenlijk is het positiever geformuleerd en focust  dit thema zich op het idee dat iedereen iets moet ‘doen/maken’ (weer teruggrijpend op de ondernemerschap en bias for action thema’s).

  • Simultaneous loose-tight properties

Focus tegelijk op het grote plaatje en op de kleinste details. Laat je werknemers helemaal vrij, terwijl je toch strakke schema’s aanhoudt. Dit zijn inderdaad tegenstellingen, maar volgens Peters en Waterman slagen de succesvolle organisaties er toch in om dit te doen. Ze weten de goede middenmaat te vinden tussen vrijlaten en strak houden, tussen details verbeteren en de grote lijn blijven zien. Het wordt ook omschreven als een samenvattend punt voor de eerdere thema’s.

En als we terugkijken naar bovenstaande dan zien we die tegenstellingen terug in bijna alle thema’s. En zien we ook dat het los-vaste, of actie-gerichte en ondernemende eigenlijk in alle thema’s terugkomt. Bij mij doet dit de vraag reizen of er niet bijvoorbeeld vijf centrale, niet-overlappende thema’s ontwikkeld hadden kunnen worden. Maar de thema’s zoals ze nu opgenomen zijn in het boek, geven de auteurs wel de ruimte om de voorbeelden van hun 43 succesvolle bedrijven te noemen – en misschien ligt de waarde van het boek juist in de ‘hoe’ – en inderdaad minder in de ‘wat’ van wat we moeten doen om ons bedrijf langere tijd succesvol te maken.

Een samenvatting van talloze onderzoeken en management titels

Wat ook genoemd moet worden is dat Peters en Waterman enorm belezen zijn in de managementliteratuur. Ze halen talloze titels aan en laten de rode draad zien in het management denken van Taylors scientific management tot hun eigen boek. Bijzonder leuk vond ik het om hun positieve mening over Chester Barnard te lezen, wiens boek ‘The function of the executive’ volgens hen al decennia voor hun eigen boek helemaal op de goede weg zat.

Wie moet In search of excellence lezen?

Ondanks dat het boek dertig jaar oud is, beschrijft het zeer actuele thema’s. Met name de bias for action zou veel organisaties goed doen – maar ook ondernemerschap is een veel besproken begrip. Persoonlijk vind ik het boek licht academisch (dat is ook de insteek geweest; het werd geschreven in samenwerking met/voor McKinsey en is een vrij serieuze studie) – en dat maakt het minder leesbaar. Liever zou ik iedere potentiële lezer aanraden eerst Covey te lezen, met name de hoofdstukken over richting geven aan je leven (of organisatie) en over persoonlijk handelen. Ook Getting things done van David Allen kan je een enorme stap vooruit bieden om je meer op actie te richten. En voor het waarde-gerelateerde deel zou ik iedereen de TED talk van Simon Sinek (zie onder) aanraden, die snel en visueel laat zien hoe succesvolle bedrijven volgens hem succesvol worden.

Maar als je van veel voorbeelden houdt en net als ik een zwak hebt voor iets oudere managementliteratuur, of een aardig maar wat verouderd overzicht van managementtitels wilt lezen, dan is In search for excellence zeker de moeite waard.

In search for excellence is bijvoorbeeld verkrijgbaar bij bol.com – Expand nog ondergetekende ontvangen op enige wijzec commissie over uw eventuele aankoop.

0 reactie(s) op “Boekreview In search of excellence – Tom Peters en Robert Waterman”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.