Assessment: Domheid

15/12/2015 Leestijd: 4 minuten

Wat is domheid? Het is maar op welk niveau je het bekijkt. Door een gelukkig toeval las ik recent op een doornat Korfoe twee boeken. Allereerst De Prooi van Jeroen Smit over de ondergang van De Bank, alias ABN Amro. Op Schiphol gekocht en de 450 pagina’s blijken de prijs van 20,- meer dan waard. Na Het Drama Ahold, opnieuw een pageturner van de ‘alumnus van het jaar’ van de Universiteit Groningen. Dat hoor ik als mede-alumnus graag!  Leve mijn universiteit. Het tweede boek had ik net een week daarvoor gekregen van een nieuwe opdrachtgever. Het heet De Encyclopedie van de Domheid1 en is geschreven door Matthijs van Boxsel. Laten deze boeken nou wonderwel bij elkaar passen…

De Prooi gaat over apenrotsen. Daar wonen apen die deels met elkaar, deels tegen elkaar  een spel spelen. Dat spel heet “Wie heeft de grootste?” ABN Amro is een van die rotsen, maar zij worden omringd door andere rotsen waar andere apen hetzelfde spel spelen. Maar ook tussen de rotsen wordt hetzelfde spel gespeeld: de bedoeling is die andere apen van hun rots te kieperen. Dan pas ben je immers een echte top-aap en heb je waarachtige de grootste. De grootste qua Geld, Macht en Status. Een klassiek rijtje, net als bij de apen waarbij je geld moet vervangen door voedsel en vrouwtjes.

Wie de domheid zoekt, moet kijken naar het hoofd van een organisatie. Veel vissen zwemmen in scholen. Zij zijn genetisch zo geprogrammeerd dat ze achter de vis voor hen aan zwemmen. Maar hoe zit het dan met de voorste vis? Onderzoekers hebben de voorgangers uit zee gevist; in het laboratorium bleek dat ze een genetische afwijking vertoonden. Nadat de leiders waren weggehaald, trad er overigens een spontane afwijking op in het genetisch materiaal van een van de volgvisjes, die daarop de koppositie innam.

(Van Boxsel, p. 67)

Je zou de parallel kunnen trekken tussen het gedrag van Rijkman Groenink en het leidervisje. Groenink wordt in De Prooi beschreven als een slimme, bezeten en autistische figuur die mensen en organisaties uitsluitend beschouwt als vehikel voor zijn eigen succes. Voor hem geldt – met of zonder ‘t’ – slechts één ding en dat is winnen. Koste wat het kost.

Maar dan komen we bij Van Boxsel op de koffie. Wie iets denkt te weten – zoals ik bijvoorbeeld in bovenstaande paragraaf – en dus denkt dat hij wijs is en de anderen dom, maakt een pijnlijke denkfout. Van Boxsel citeert de filosoof Hobbes:

De natuur heeft alle mensen in gelijke mate met lichamelijke en geestelijke vermogens bedeeld […] Dat deze gelijkenis misschien niet algemeen aanvaard wordt, komt omdat bijna iedereen een ijdele voorstelling heeft van zijn eigen wijsheid. Bijna iedereen denkt dat hij hiermee veel rijker is begiftigd dan de grote massa.
(Van Boxsel, p. 67)

Kortom, pas op als je meent de wijsheid in pacht te hebben en anderen dus (!) van domheid wenst te betichten.

Maar nu weer terug naar de apenrotsen rond en in De Bank. In het boek is zeer vaak sprake van assessment. Niet in de traditionele zin van het woord, maar gewoon als ‘beoordeling van de een door de ander’. In De Prooi lijken deze assessments maar om één ding te gaan: is hij voor me of tegen me? Soms met nog enige nuancering: X is beter in analyse en is slim, Y is beter in relaties en dus op een andere manier slim. Een rudimentair onderscheid tussen IQ en EQ, maar dat is het dan wel.

En opnieuw treffen we Van Boxsel op ons pad. Want wat is eigenlijk slim hier? Hij noemt het bekende Peters’ Principle waarbij iedereen in een hiërarchie uiteindelijk tot zijn eigen niveau van incompetentie stijgt. Dat is niet zo erg want “De alomtegenwoordige onbekwaamheid is echter geen obstakel voor het functioneren van de maatschappij; zolang iedereen maar zijn best doet te doen waar hij slecht in is, draait de wereld door.” (Van Boxsel, p. 65)

Je zou het gedoe bij De Bank als iets verschrikkelijk ernstigs kunnen beschouwen. Nout Wellink van De Nederlandse Bank lijkt dat in De Prooi te vinden. Een 183-jarige institutie mag in het belang van de Nederlandse economie niet verloren gaan. Hij vindt dan ook een fusie met ING de beste optie. Maar ook dat loopt stuk op de ego’s van de bewoners van beide apenrotsen. Dat geldt overigens voor vele pogingen van De Bank om andere banken over te nemen. Steeds is een van de belangrijkste vragen: wie wordt de nieuwe bestuursvoorzitter en wie de nieuwe president-commissaris. En Groenink vindt natuurlijk dat hij dat is, tot grote ergernis van de potentiële fusie- of overname-partners. Tja, wie spreekt het laatste woord hier? In Nederland hebben we daar een oplossing voor: een commissie, in dit geval De Wit.

Maar ‘domheid’: pas op met dat woord!

1. Matthijs van Boxsel (2006). De encyclopedie van de domheid. Deskundologie. Domheid als levenskunst. Amsterdam: Querido

0 reactie(s) op “Assessment: Domheid”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.