In veel organisaties wordt de overstap gemaakt van één keer per jaar een beoordelingsgesprek naar een nieuwe vorm van beoordelen middels een continue gesprekscyclus. Persoonlijk vind ik het heel goed wanneer organisaties kiezen voor een meer continue gespreksvorm. Vervolgens is het erg belangrijk hoe je de gesprekken vormgeeft en welke vragen er gesteld worden. Ook de thema’s die ter sprake komen bepalen de waarde van dit gesprek. Afgelopen maanden las ik een inspirerend boek hierover; Socrates op Sneakers. Het boek gaf mijzelf nieuwe inzichten over het voeren van een echt goed gesprek. In het boek bespreekt Elke Wiss hoe je echt goede vragen kunt stellen om uiteindelijk een gesprek te voeren dat leidt tot verdieping en verbinding. Naar mijn idee een leuk haakje naar het nieuwe beoordelen, waarin je deze tips direct toe kunt passen.
Waarom stellen we vaak niet de goede vragen?
Een van de verklaringen die Wiss in haar boek hiervoor geeft is angst. Ik zie dit in de praktijk ook veel gebeuren. Een leidinggevende vindt het eng of te persoonlijk om bepaalde vragen te stellen en stelt ze daarom niet, of half/vaag waardoor er ook een half antwoord komt. Dit zorgt voor weinig diepgang in het gesprek terwijl daar vaak vanuit de medewerker wel behoefte aan is. Het effect hiervan is teleurstelling vanuit de medewerker, omdat er hogere verwachtingen waren van het gesprek. Een andere belangrijke reden waardoor er in heel veel gesprekken geen goede vragen worden gesteld is de grote behoefte om over jezelf te praten.
Wat zijn voorbeelden van hoe je het beter niet kunt doen?
Schrijnend en soms akelig herkenbaar zijn de voorbeelden die je hierbij kunt bedenken. Ik noem er hier één. Leidinggevende: “Waar zou jij de komende tijd naar toe willen groeien in je werk?”. Medewerker: “Ik zat eraan te denken om mij meer te gaan verdiepen in datamanagement”. Leidinggevende: “Ik zat veel meer te denken aan taken die nu al bij je functie horen, zoals planning en control”. Met 1 antwoord veeg je ambities van tafel, maar ook de vraag en het bijbehorende antwoord lijken niet te matchen met wat de leidinggevende wil horen.
Nog een voorbeeld uit de praktijk is wat je onderling veel ziet gebeuren bij collega’s. Een medewerker komt van een weekendje weg en nadat een collega gevraagd heeft hoe het was, volgt een antwoord: “leuk, we zijn in Maastricht geweest en…” waarop de collega zegt: “Maastricht, daar was ik vorig jaar, leuke stad maar wel wat druk…”. Het overnemen van een gesprek en wederom graag over jezelf praten gebeurt heel veel in de gesprekken die we voeren, ook op de werkvloer.
Dit laat dus zien hoe het niet moet. Ook opende het mijn eigen ogen; wanneer doe ik dit zelf en waarom? Hoe kan ik dit verbeteren in zowel mijn zakelijke als privégesprekken? Daarom ook een aantal tips, geleerd vanuit het boek van Wiss, welke direct toepasbaar zijn bij het voeren van gesprekken op de werkvloer.
Hoe voer je wel een goed gesprek?
Door vragen stellen creëer je diepgang in een gesprek. De eerste tip die ik aan leidinggevenden geef wanneer ze aan de slag gaan met een continue gesprekscyclus is: kies één thema of vraag en diep deze vraag uit tijdens het gesprek. Dus vraag continu op dit thema door.
Weer een voorbeeld. Leidinggevende: “Hoe gaat het met de werk-privé balans?”. Medewerker: “Mwaoh, wel best”. Wat doe je nu? Vraag door, waarbij je bijvoorbeeld zegt: “Vertel eens… waarom wel best?”. Dit lijkt enorm logisch, maar veel gesprekken gaan vluchtig verder naar het volgende onderwerp (angst/te persoonlijk) of al snel over de leidinggevende (‘’ik zou in dit geval het zus en zo doen want dat werkt voor mij altijd”).
Mijn voornaamste leerpunt uit het boek was dat iemand die een vraag gaat beantwoorden (vriend, medewerker/leidinggevende) niet altijd direct op jouw oplossing of advies zit te wachten. Als HR adviseur aan verschillende MKB organisaties kan dat nogal een valkuil van mijzelf zijn. Om tot een echt goed gesprek te komen is luisteren, doorvragen en objectief blijven de basis. Dat is een kunst en niet makkelijk om te leren. Gelukkig wil ik mijzelf continu blijven ontwikkelen.
Een continue gesprekscyclus is nu blijkbaar een nieuwe norm.
Het lijkt mij dat, als je het jaarlijkse beoordelingsgesprek al als een naar iets ziet, dit een schepje erbovenop is. Mijn ervaring is dat beoordelingsgesprekken weer ‘in’ worden dankzij opleidingen die gevolgd worden door leidinggevenden en HR mensen of als er een nieuw boek boek uitkomt.
Uit het verleden bleek, telkens als het weer ingevoerd is, het na drie jaar verwaterde en na vier jaar maar weer afgeschaft werd. Je bevestigt met die gesprekken alleen de positie van een leidinggevende die daarmee laat zien dat hij/zij echt de baas is die over je oordeelt.
Het lijkt me beter om mensen voortdurend, gezellig informeel, op de hoogte houden te houden of samen de toekomst van de afdeling bespreken. Of gewoon direct hagrijnig worden indien nodig of juist compliment geven. Zeg maar…menselijk.
Ik durf dan ook zomaar te voorspellen dat over vier jaar er weer iets ‘anders’ wordt uitgevonden. Besef wel dat mensen steeds nerveuzer worden als ze steeds worden beoordeeld. Sommige raken van de leg, anderen kijken er minachtend naar.
Dit wil niet zeggen dat ik deze blog niet goed vind, integendeel, zeker gezien de valkuil van het gesprek naar je toetrekken. Dat geldt natuurlijk altijd en overal en het helpt als we elkaar daarop wijzen.
Maar de aanleiding: continue gesprekken, daar zouden we beter wat in het verleden kunnen kijken want als iets steeds verandert werkt het blijkbaar niet. Mensen moeten niet altijd doen wat de baas zegt maar zelf dingen kunnen uitproberen.