De avonturen van een HR functionaris (op 1 april)

04/04/2011 Leestijd: 3 minuten

1 APRIL … 1 APRIL … 1 APRIL ….!
Als je net als ik gezegend bent met twee prachtige dochters onder de 10 jaar, dan moet je op 1 April niet bij ze willen zijn, omdat je dan de hele dag lang geplaagd wordt met de meest vreemde grappen die ze uithalen. En steeds als je er weer intrapt word je schaterend onthaald met een luid schallend:  1 APRIL…! En weet u wat? Eigenlijk vind ik het een van de leukste dagen van het hele jaar.

Voor ik ze had, was 1 April vooral een oppasdag op mijn werk. Nee, niet op kleine mensjes, maar oppassen voor collega’s, relaties, medewerkers die dan hun kans schoon zagen om iemand eens flink voor schut te laten gaan. En hoe alert ik ook probeerde te zijn, ze hebben me meermaals te pakken genomen. Een keer heel bar.

De grap

1 April. Door mijn kantoorraam zag ik ze komen. De armen vol met dossiers. Boem! Daar lagen ze op mijn bureau. Ik kon nog net over de stapel heen kijken. Mijn vragende blik werd beantwoord met de overhandiging van een brief van de politie waarin stond dat men een vermoeden had dat een van de medewerkers betrokken zou zijn bij een misdrijf. Grap, dacht ik meteen. Die willen dat ik of direct de politie ga bellen, of dat ik me hier de hele dag door dossiers ga zitten worstelen. Dus NIET reageren. Maar toen ging de telefoon. Er had zich een politie-functionaris gemeld die met een onderzoek wilde beginnen. Bovenaan, bij de directie.

Hoe het uitpakte

Terwijl ik nog dacht dat dit wel eens echt ernstig zou kunnen zijn, ging mijn telefoon weer. De directeur, of ik met spoed op zijn kantoor wilde komen. Daar stond een functionaris met een belangrijk uitziend koffertje, terwijl op de tafel een aantal flesjes met wattenstaafjes gereed stonden. “Ah, Maassen, goed dat je er bent. Volgens mij mag dit echt niet, dus geef deze mijnheer eens antwoord.” Omdat ik geen notie had waar hij op doelde, begon ik maar met de man naar zijn ID te vragen en ook naar het doel van zijn bezoek te vragen. Hij vertelde dat ze een sporenonderzoek gingen uitvoeren en ook een DNA test i.v.m. de verdachte kwestie van een mogelijk misdrijf.

Mijn directeur sputterde fel tegen, beriep zich op zijn vrijheid en recht op weigering en de toon werd steeds heftiger en harder. Daar stond ik tussen twee vuren en moest proberen een uitweg te vinden die beide partijen tevreden stelde. Ik bedacht: Als ik voorga, mezelf als eerste aanbied voor de DNA-test, nou dan volgen de anderen misschien vanzelf. Zo gezegd, zo gedaan. Een bakje werd met een blauwe vloeistof gevuld, een wattenstaafje gepakt, een monster bij mij genomen en in de blauwe vloeistof gedoopt. Verbijsterd zag ik de vloeistof vuurrood kleuren. De politieman keek meteen zo mogelijk nog ernstiger dan eerst en ook mijn directeur keek mij met open mond aan. Hoe was het mogelijk dat het DNA dat bij het misdrijf was gevonden matchte met het mijne?

1 April!

Een verklaring werd opgesteld, ondertekend en ik kreeg het verzoek – nee, bevel – me binnen 24 uur te melden bij een regionaal forensisch bureau voor verder onderzoek. Ter bevestiging kreeg ik een kopie van de opgestelde verklaring overhandigd en daar stond: “Heden, 1 April, is M.K.J.M Maassen als uitvoerder namens het Geografische Regionale Amnesisch Politiekorps, hierna te benoemen als GRAP etc.” Ik was zo beduusd dat ik de tekst minstens 3 keer heb moeten lezen voor het kwartje viel. En pas toen de schaterlach van de directeur en de nep-politieman en de halve gang vol collega’s klonk, wist ik dat ik niet in CSI zat, maar dat ik ongelofelijk was beetgenomen. Wat een goede grap! En omdat ik een toch beetje de pest in had, kon ik het niet laten om tegen de “agent” te zeggen dat zijn veter los zat. Toen hij keek … 1 April!

Ik wens u een “serieuze” werkweek.

0 reactie(s) op “De avonturen van een HR functionaris (op 1 april)”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.