De tien geboden van talent

15/12/2015 Leestijd: 15 minuten

(lees ook de inleiding op deze tien geboden)

Eerste gebod: waardeer de talenten die aanwezig zijn

Ik denk persoonlijk dat dit een van de belangrijkste lessen is uit het verhaal dat Jezus zijn toehoorders vertelt over de talenten: waardeer een ieder naar wat hij of zij te bieden heeft. We hebben allemaal onze kwaliteiten en kunnen allemaal, op onze eigen manier iets bijdragen aan onze omgeving.

De rijke man in het verhaal is zich goed bewust dat zijn drie dienaren heel verschillend zijn en houdt daar rekening mee. De eerste dienaar krijgt een zwaardere taak dan de tweede dienaar, want daar is alle reden toe. Hij kan meer, dus wordt er meer van hem verwacht. Zo is het ook bij ons: sommige van ons hebben veel talenten meekregen bij onze geboorte, van die mensen mag je tot op zekere hoogte ook best wat meer verwachten. Tot op zekere hoogte, zeg ik nadrukkelijk, want het moet wel stimulerend blijven. De rijke man had naast het uiten van zijn waardering ook tegen zijn dienaar kunnen zeggen: je hebt het fantastisch gedaan, door er vijf talenten bij te verdienen. Ik beloon je daarvoor door er drie aan jou te geven, die je kunt gebruiken om iets voor jezelf te realiseren. Dat zou pas echt stimulerend zijn geweest.

Tweede gebod: leer mensen om hun ware talenten te gebruiken

Het tweede gebod is er een voor opvoeders, leraren en ouders: wees je bewust van de verschillen tussen je kinderen, pupillen of leerlingen. Kijk goed over welke intelligenties ze beschikken en laat ze de dingen doen waar ze goed in zijn. Dat gebeurt nog veel te weinig. Of het nu rapportgesprekken op school betreft of functioneringsgesprekken in de organisatie, we neigen er steeds toe om meer aandacht aan de ‘verbeterpunten’ te schenken dan aan de sterke kanten van het functioneren.

Ga in gedachten maar eens even terug naar je eigen schooltijd. Je komt thuis met je kerstrapport: daarop staan twee vijven, een zes, twee zevens en ook twee negens. De ouderavond komt eraan. Met welke leraren willen je ouders graag een kort gesprek: juist, die van de vakken waar je een vijf voor hebt. Het zou veel beter zijn als ze zouden zeggen: ‘probeer van die vijven een zes te maken en laten we praten over hoe je die negens gaat toepassen, want daar ben je een kei in’. Zo zou het moeten, maar wij zijn van oudsher geneigd om te denken dat het overwinnen van zwakheden bijdraagt aan de ontwikkeling van een sterke persoonlijkheid. Dat is een misverstand: je haalt beduidend meer uit je leven, door je te richten op de dingen waar je goed in bent en waar je hart ligt.

Derde gebod: gebruik je talenten om van je leven een kunstwerk te maken

Volgens de Franse filosoof Pascal is het leven een korte periode tussen twee eeuwigheden. Om die periode goed te benutten, moeten we volgens de Duitse filosoof Nietzsche laten zien waarom en waartoe wij hier zijn, anders gaat ons leven teveel op een soort toeval lijken. Laat je leven dus niet zomaar verstrijken, maar verplicht jezelf om goed te leven en van je leven een kunstwerk te maken.

Hoeveel mensen doen dit, van hun leven een kunstwerk maken? Als je kijkt hoeveel mensen in Nederland nou echt met plezier aan het werk zijn, dan schrik je: dat is maar 20 %. Het overgrote deel, ruim 60%, werkt omdat het nou eenmaal moet en ook best af en toe leuk is, en 20% gaat iedere dag met tegenzin aan de slag. Wat is nou kenmerkend voor de groep die echt met plezier werkt? Ze gebruiken hun talenten naar hartenlust en doen er alles aan om van hun leven een waar kunstwerk te maken.

Maak jij van je leven een kunstwerk? Doe jij, waarvoor je bedoeld bent? Als je eerlijk over deze vraag nadenkt, weet je het antwoord. Wanneer je gebruik maakt van je talenten, in een omgeving waar je thuishoort, met mensen die je lief zijn en inspireren, is het antwoord: ja! Wanneer dat niet het geval is, en de echte geestdrift ontbreekt, doe je waarschijnlijk dingen die anderen voor je in gedachten hadden. Je kunt dan best succesvol zijn voor de buitenwereld, maar onder dat uiterlijke succes zit een gevoel van innerlijke leegte. Er is lef en moed voor nodig, om dit in te zien en te veranderen. In dit artikel staan genoeg suggesties om die stap te zetten en een aantal ferme besluiten te nemen. (zie ook het zevende gebod)

Vierde gebod: use it or loose it

Dit principe vind je terug bij de laatste dienaar in het verhaal: degene die zijn talenten wegstopt, omdat hij bang is om zijn talenten te verliezen door een verkeerde beslissing te nemen. Hij krijgt een hard oordeel van zijn baas: ‘Jou gooi ik eruit. Jij mag niet op mijn feest komen!”
 
Pak hem dat talent maar af en geef het aan degene die er tien heeft. Want wie heeft zal nog meer krijgen, maar wie niets heeft, zal zelfs dat wat hij heeft nog worden ontnomen. Die laatste zin klinkt wreed en oneerlijk. Maar het is wel waar: talenten die je niet gebruikt verdorren en uiteindelijk hou je niets meer over, van wat eens een rijk bezit was. Je moet daarom de tijd nemen en jezelf de tijd gunnen, om je talenten te ontwikkelen. In het verhaal was de baas van de dienaar voor lange tijd weg. De dienaar had dus alle tijd om iets met zijn talenten te doen. Maar in plaats van actie te ondernemen ging hij mopperen. Hij was boos en ontevreden. Waarom had hij minder gekregen dan de ander? Dat is toch niet eerlijk?

Het verhaal laat ook zien waarom hij minder heeft gekregen: hij is zijn talent niet waard. Het weinige talent dat hij wel heeft, verspilt hij met niets doen. Hij is als de voetballer die moppert dat hij bij FC Almere speelt, in plaats van bij Ajax. Dus waarom zou hij zijn best doen? Binnen de kortste keren zijn ze hem bij Almere waarschijnlijk ook helemaal zat en zit hij in het weekend thuis op de bank, klagend over hoe oneerlijk de wereld in elkaar zit.

Dat is de maatschappelijke boodschap: wie zijn talent niet naar eigen kunnen gebruikt, zal zelfs wat hij heeft nog worden ontnomen. Deze boodschap is vandaag de dag hoogst relevant. Wie stil blijft staan, krijgt het moeilijk. Je moet juist doorgaan, je blijven ontwikkelen, vooruit willen gaan, want anders wordt alles wat je nog hebt, je straks afgenomen door andere mensen, in China of India, die wel bereid zijn om hun talenten volop te gebruiken.

Vijfde gebod: neem de volle verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van je talenten

Dit gebod sluit aan bij het vorige. De luie dienaar, die het geld in de grond stopt, blijft zichzelf schoon praten. Hij blijft uitvluchten zoeken voor zijn gedrag en verwijt zijn baas dat deze hem uitbuit, door aan hem te verdienen. Nergens geeft hij blijk van verantwoordelijkheid nemen voor zijn gedrag.

We hebben allemaal de neiging om de oorzaak voor kleine en grote problemen in ons leven buiten onszelf te zoeken. Dat is wel zo makkelijk. Het ligt dus nooit aan ons dat we er niet in slagen om onze talenten te realiseren, maar aan de economie, de politiek, de organisatie, de kansen op de arbeidsmarkt en zo kan ik nog tientallen oorzaken noemen. Zolang je echter op deze wijze blijft redeneren, zal er nooit iets veranderen en kom je in het gunstigste geval uit waar de omstandigheden je heen doen drijven. Er is maar één strategie die werkt: ik neem de volle verantwoordelijkheid. Hoe moeilijk dat soms ook mag zijn: ik neem de volle verantwoordelijkheid. Wanneer dingen niet gaan, zoals ze moeten gaan, ga ik niet lopen klagen of mopperen, maar doe ik wat ik binnen mijn mogelijkheden kan doen. Of zoals mijn oma vroeger altijd op z’n Gronings zei: ‘nait soezen’.

Ik wil hier nog wel een kanttekening plaatsen. Het stimuleren van het ontwikkelen van je talent gebeurt op basis van een aantal vooronderstellingen: het individuele leven is van belang, de kwaliteit van het eigen leven telt en daar kan iemand zelf invloed op uitoefenen. Dit resulteert in de norm dat je verantwoordelijk bent voor jezelf. Deze norm roept vaak de nodige kritiek op, want het veronderstelt dat het leven tot op grote hoogte maakbaar is. Is dit wel haalbaar voor iedereen? Leidt het niet tot overspannen verwachtingen over wat een mens moet kunnen en willen?

Ja en nee. Ja: we moeten uitkijken dat we niet doorslaan en mensen verantwoordelijk gaan stellen voor hun lot, terwijl allerlei omstandigheden hen verhinderen om een zinvol leven te leiden. Dat is onjuist en oneerlijk. Aan de andere kant luidt het antwoord ook ‘nee’: intelligentie is maakbaar en je persoonlijkheid is veranderbaar. Je kunt je verschuilen achter redenen en excuses waarom je talenten niet tot wasdom komen, maar je kunt ook een poging ondernemen om ‘op een andere wijze’ met jezelf om te gaan, die meer kans biedt op succes. In die zin ben jezelf medeverantwoordelijk voor de kwaliteit van je eigen bestaan.

Zesde gebod: durf te kiezen voor je grootsheid

Het vereist durf om je talent groots in de wereld te zetten. We lopen vaak weg voor de dingen waar we echt goed in zijn en kiezen liever voor de dingen waar we middelmatig in zijn, zodat we bescheiden op de achtergrond kunnen blijven. De schrijfster Marianne Williamson brengt dit fraai onder woorden, door te stellen dat onze diepste angst niet is dat we ontoereikend zijn, maar dat we oneindig krachtig zijn. We zijn veel banger voor het etaleren van onze sterktes en onze talenten, dan voor het tonen onze zwaktes. We vragen ons af: wie ben ik, dat ik buitengewoon, talentvol en geweldig zou zijn?

Stop daarmee! Ga de strijd aan met dit soort angsten. Verander je denkwijze. Je schiet er werkelijk niets mee op om jezelf kleiner te tonen dan mogelijk is. Het leven is bedoeld om jezelf te creëren en te laten zien wie je bent, niet om jezelf te verbergen.

In het verhaal over de talenten, speelt de derde dienaar in dit licht een interessante rol. Ja, hij is lui, zoekt uitvluchten voor zijn gedrag en maakt zijn baas onredelijke verwijten. Daarom is zijn uitsluiting voor het feest terecht. Maar er is ook een andere kant aan het verhaal: de derde dienaar durfde wel een keuze te maken voor een houding die in de tijd waarin Jezus leefde volstrekt ondenkbaar was: hij deed niet wat hij geacht werd te doen, maar koos voor een bepaalde manier van menszijn die de zijne was. Hij is de romanticus, die handelt vanuit de gedachte dat elk individu zelf de invulling van zijn eigen leven bepaalt en dit vorm geeft op basis van zijn innerlijke stem.

De eerste en tweede dienaar zijn opgevoed in het besef dat niet geluk het ware levensdoel is, maar de vervulling van de arbeidsplicht die hen is opgelegd. Zij doen wat ze moeten doen, omdat ze daar de talenten voor hebben en dit van hen verwacht wordt. Ze zijn succesvol in wat ze doen, maar we weten niet of ze ook vervuld zijn met wat ze doen. De derde dienaar is een rebel, die zich afzet tegen zijn baas en zich geroepen voelt om zijn leven op zijn manier te leven, en niet zoals als zijn baas dat voor hem in gedachten had. Je kunt hem bekritiseren om zijn luiheid en zijn laksheid, maar ook hij houdt ons een spiegel voor.

Zevende gebod: maak moedig gebruik van je talent

De grote denker Seneca zei zo’n 2000 geleden: ‘Het is niet omdat de dingen moeilijk zijn dat we niet durven, het is omdat we niet durven dat de dingen moeilijk zijn.’6 Seneca heeft helemaal gelijk: het is een gebrek aan moed en durf waardoor we moeilijkheden zien die er niet zijn. De vraag is dus waar je de moed vandaan haalt om de dingen te doen die je moet doen om je talent in de wereld te zetten.

Die moed krijg je door het besluit te nemen jezelf serieus te nemen en jezelf te verwerkelijken. Dit vraagt om een specifieke levenshouding, waarin het besef aanwezig is dat je zelf een belangrijk aandeel hebt in de bepaling van de kwaliteit van je leven. Dit is een denkbeeld dat door veel grote filosofen wordt gedeeld. ‘Neem bezit van jezelf’, schreef Seneca en hij verleek het leven van iemand die dit nalaat met het stuurloos ronddobberen van een schip op een ruwe zee. Ik roep min of meer hetzelfde: ‘neem bezit van je talenten’, maak keuzes op grond van je persoonlijke waarden, stel doelen en maak plannen.

De ervaring leert dat veel mensen tekortschieten in het verwezenlijken van hun talenten doordat ze lastige situaties uit de weg gaan en niet de moed kunnen opbrengen om de noodzakelijke risico’s te nemen. Misschien kunnen ze een voorbeeld nemen aan Loesje en de diepe levenswijsheid die ligt verborgen in deze zes woorden: leven is het meervoud van lef!

Achtste gebod: wees niet hoogmoedig met je talent

Je kent vast wel voorbeelden van mensen in je omgeving die vroeger overliepen van het talent, maar de grote verwachtingen nooit hebben waargemaakt. Boudewijn Groot schreef er een mooi liedje over: Wonderkind van vijftig, met daarin de fraaie tekstregel ‘Een wonderkind van vijftig, dat is een naar geval/ die zoveel had kunnen worden, maar die niks meer worden zal’. Het loopt in zijn liedje niet zo goed af met het voormalige wonderkind …

Hoe komt dat? Je kunt de pech hebben dat je omgeving je niet stimuleert, dat je niet de juiste mensen om je heen hebt en dat het geluk je in de steek laat. Dat kan helaas allemaal gebeuren. Maar je kunt de omgeving ook naar je hand zetten en het geluk voor een groot deel afdwingen. Hoe? Door heel hard te werken aan het uitbouwen van je talent. Louter bezinning op wat je wilt bereiken is verre van voldoende. Je moet hard aan de slag. Als je kijkt naar wat succesvolle mensen met elkaar gemeen hebben, kom je uit bij het getal 10.000. Dat staat voor het aantal uren werken, repeteren en ploeteren, dat deze mensen hebben gedaan. Er zijn talloze voorbeelden hiervan in de sportwereld, de muziekwereld en de zakenwereld. De meeste tennissers worden pas succesvol nadat ze jaren en jaren hebben geoefend. De Beatles braken pas door in Engeland nadat ze jaren achtereen ervaring opbouwden met optredens in kleine zalen en louche nachtclubs. Bill Gates leerde programmeren, door jarenlang en nachtenlang op de computer van de universiteit te experimenteren. Al deze mensen beschikten over enorm veel talent en wisten maar al te goed, dat er veel werk voor nodig is om dit talent te benutten. Ga dus niet op je lauweren rusten, maar neem een voorbeeld aan de mensen die bereid zijn om hun dromen in te vullen met hard werken.

Negende gebod: ontdek de schoonheid van je talent

Er is een oud Japans volksverhaal over een jonge, begaafde fluitspeler die bij een meester in de leer gaat. De meester leert hem een simpele melodie te spelen. De jongeling krijgt de technische aspecten snel onder de knie. De meester blijft echter steeds zeggen dat hij iets mist in de uitvoering. De jongeling oefent en oefent, maar de meester blijft zeggen dat hij iets mist. Dit gaat net zolang door tot de jongeling gefrustreerd afhaakt en zich boos en verdrietig terugtrekt in een afgelegen dorp, waar hij jarenlang een schamel inkomen verdient met fluitles geven aan de dorpskinderen. Op een dag halen de dorpsbewoners hem over om deel te nemen aan een concert. Na enig aandringen stemt hij toe. Wanneer hij als laatste van de avond het podium betreedt, speelt hij de melodie die hij jaren terug keer op keer voor zijn meester speelde. Als hij is uitgespeeld, blijft het sereen stil in de zaal. Dan klinkt van achter uit de zaal ineens de stem van de meester: ‘Als een god.’

Het is een oud verhaal, dat in vele varianten is verteld. Het is de uitnodiging om met je creativiteit een geheel eigen invulling te geven aan je talent, die verder reikt dan het toepassen van de juiste techniek. Het is de meesterkok, die na jaren uitproberen zijn hemelse recept creëert, de schrijver die de mooiste zinnen op papier zet, de hovenier die je betovert met prachtige kleurschakeringen, de goede vriend of vriendin die je hart verwarmt met eerlijke, oprechte aandacht. Dat is de schoonheid van talent.

Tiende gebod: gebruik je talent om te doen waarvoor je bedoeld bent

Tot slot een persoonlijke overtuiging. Ik denk dat ieder mens de behoefte heeft om het beste uit zichzelf te halen en voor andere mensen van betekenis te zijn. Op welke wijze dit het best kan gebeuren verschilt uiteraard van persoon tot persoon. Maar de drang is voor iedereen herkenbaar: je ‘zelf’ in de wereld zetten, door gericht gebruik te maken van je talenten en na te denken wat je met je werk voor anderen wilt betekenen. Daar gaat het om. Mijn pleidooi is geen absolute garantie voor succes, want die is er niet. Het leven kent tenslotte vele verrassingen en wendingen, die je zeker niet allemaal van te voren kunt plannen en dat moet je eigenlijk ook niet willen. Wat je wel kunt doen is ondubbelzinnig kiezen voor het talent dat je is gegeven en dat talent gebruiken om voor jezelf en voor anderen, een mooi en rijk leven te realiseren.

Tot zover de tien geboden van talent, die zijn bedoeld om te kiezen hoe en waartoe de eigen talenten worden ingezet. Nu komt het aan op de vraag wat je met deze woorden gaat doen. Want denken zonder doen is leeg en doen zonder denken is blind. Daarom hoop ik oprecht dat dit artikel, gebaseerd op een lekenpreek, jou de inspiratie geeft om te doen waarvoor je bent bedoeld.

0 reactie(s) op “De tien geboden van talent”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.