Een receptionist is géén ‘Director of First Impressions’

07/05/2012 Leestijd: 3 minuten

“Raadselachtig”

Leuk om zo de Maandagmorgen te beginnen. Daarom meteen de vraag: Wat zou een “Director of first Impressions” zijn? En wat een “Chief Revenue Protection Officer”? Nee, dit zijn geen grappen en Ja, het is wel een erge vorm van taalinflatie. Oftewel, met opzet omfloerst taalgebruik om mensen op het verkeerde been te zetten. Goedkoop? Zeker. Geslaagd? Zeker niet, vind IK althans.
Heeft u inmiddels kunnen bedenken waar bovengenoemde raadsels voor zouden kunnen staan? Met dank aan de Telegraaf van vorige week Zaterdag waarin ik beide inflatie-parels aantrof, kan ik u melden dat de eerstgenoemde een receptionist is en de tweede een kaartjescontroleur in het O.V. (Spot). Lachen!

Taalverbetering

Waarom deze vroege tirade tegen taalmisbruik? Wel, om de simpele reden dat ik niet alleen stelling wil nemen tegen bovengenoemde vorm van verloedering, maar vooral omdat ik ook graag een vurig pleidooi wil houden voor taalverbetering, waar dat maar mogelijk is. En dat heb ik het niet over spelfouten of dingen krom zeggen, maar over de manier waarop we zaken duiden. Hoe we de boodschap brengen dus. Communiceren, communiceren. De leider die weet te communiceren is in een tijd als de huidige zijn volle gewicht in goud waard.

Een goed voorbeeld

Pratende politici vind ik wat dat betreft altijd een prachtig voorbeeld van hoe het gaat, maar niet moet. Ze kunnen geweldige statements maken, enorm goed discussiëren met elkaar, maar het nooit eens worden omdat ze niet (willen) openstaan voor een andere mening. Geen wonder dat een rasecht a-politicus als onze minister de Jager zoveel bewondering van zowel links als recht oogstte. Want hij slaagde omdat juist hij wel oor had voor de beweringen van die 5 uiteenlopendepartijen die nu samen een coalitie gaan vormen.

Communicatie

Communicatie kent vele levens. Helderheid is er zeker een van. Een prachtig voorbeeld wil ik u niet onthouden. Niet lang geleden zat ik aan bij een discussie over familiebedrijven en hun groeipotenties. Prachtige verhalen kwamen over de tafel. En de discussieleider wist tal van boeiende uitspraken aan de deelnemers te ontlokken. Een van de meest genoemde was het woord trots. Trots op het bedrijf, wat tot uiting kwam in loyaliteit en naamsbekendheid en duurzaamheid en kwaliteit, etc. etc. Ineens voelde ik dat het woordje trots als het ware leeggegeten was en overruled door al die andere kwalificaties. Van trots op… was weinig meer over.

Het was inflatoir en deflatoir tegelijk geworden. Van onverwachte zijde werd mijn droef gemoed echter ineens weer geheel opgefleurd. Dat was toen een Belgische collega het woord nam en ons voorhield wat hij van al die mooie verhalen over trots vond. Hij zei en ik citeer: “Hoe kunt u suggereren dat uw medewerkers trots zijn op uw bedrijf? U wilt dat graag denken, vermoed ik! U heeft geen “Medewerker van de Maand-verkiezing” in uw onderneming omdat dat bij u niet leeft. Zou dat komen omdat men zich daarvoor schaamt? Ik zal u zeggen dat ik wel zo’n verkiezing heb en dat ik uitgebreid laat weten dat ik het een eer vind om in de kiescommissie te zitten. En weet u wat? Mijn medewerkers zijn niet trots op het bedrijf als ze gekozen worden. Ze zijn fier!
FIER OP HET FEIT DAT ZE EEN MAAND LANG DE TITEL MOGEN VOEREN! ”

Samengevat

Dat eenvoudige, maar klaarheldere statement was zo overduidelijk goed gecommuniceerd naar ons vakbroeders, dat er maar één reactie mogelijk was: een gemeend applaus voor onze Belg. Dat van mij het allerluidst! Nog net niet staand.

Ik wens u een outstanding fiere werkweek (om het eens in best Nederlands te zeggen).

0 reactie(s) op “Een receptionist is géén ‘Director of First Impressions’”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.