Het leukste aan carnaval vieren vind ik de “opstand tegen het gezag”. Ik ben geen rebel en ook geen revolutionair, maar zo’n carnavalsopstand waarin je verkleed “jouw waarheid” mag vertellen aan het gezag, daar geniet ik enorm van. Het geeft mij de energie om in de dagen erna als alles weer in- en in-serieus moet zijn, toch de luchtigheid te behouden die onderhandelingen die moeizaam gaan, tot een goed einde kunnen brengen.
Hieronder een voorbeeld van hoe het werkt. Althans bij mij. Maar wellicht straks ook bij u.
Werving en selectie
Ik heb uiteraard – gezien mijn werk – veel te maken met werving- en selectiebureaus. Gevraagd en ongevraagd verschijnen ze op mijn kantoor om hun diensten aan te prijzen en vanzelfsprekend ben ik altijd geïnteresseerd in hun diensten én hun prijzen. Temeer omdat beiden vaak nogal omfloerst lijken. Want hoe bepaal je de waarde van een dienstverlening die je nog niet uit ervaring kent? En wat zegt een tarief dat varieert tussen de 17% en 30% van het jaarinkomen? Ook kan niemand de waarde van een nieuwe medewerker van tevoren vaststellen en hoe vaak er is ook een wereld van verschil tussen de eisen in een vacaturetekst en de werkelijkheid van de uiteindelijk uitgekozen kandidaat? Dat is de voornaamste reden dat ik nogal “merkentrouw” ben aan de bureaus waarmee ik werk. Hoewel, … ook hen onderwerp ik graag aan mijn “opstandigheid tegen gezag”.
Hoe het ging
We kregen te maken met een medewerker die al in zijn proeftijd werd ontslagen en dus werd direct contact opgenomen met het bureau dat deze medewerker had aangedragen met de vraag op zoek te gaan naar een vervanger. Een mooie aanleiding vond ik om de te volgen procedure maar weer eens onder de loep te nemen en vooral de tariefstelling tegen het licht te houden. Het ging er meteen al stevig tegenaan door te stellen dat de kwaliteit van de ontslagen persoon niet deugde. Dat het gestelde (reguliere) tarief veel te hoog was en dat de nieuwe opdracht daarom kosteloos uitgevoerd moest worden én dat het tarief in de toekomst naar beneden bijgesteld moest worden omdat dit anders de laatste opdracht zou zijn.
De (jonge) dames tegenover mij begonnen uiteraard hevig te sputteren (prima!) met “alleen onze directeur mag een tariefaanpassing toezeggen” en mij de vraag voor te leggen “Wat verwacht u dan? ” Ha, dit was mijn kans. Heel vilein stelde ik: “Jullie zijn citroenen en wij zijn een pers en wij gaan die citroenen eens lekker uitpersen”.
Tot slot
Deze spontane opmerking van mij kwam later bij een hernieuwde evaluatie weer op tafel bij het nieuwe voorstel dat ze deden en dat we tevreden konden aannemen. Onze werkrelatie heeft er niks onder geleden, integendeel, ze is degelijk, no-nonsense met een zekere ruimte voor luchtigheid en creativiteit in de aangeboden dienstverlening. En zo moet het ook zijn.
Ik wens u week boordevol sappigheid.
Geef een reactie