‘Ik sta altijd aan’

28/11/2017 Leestijd: 9 minuten

Met jan en alleman koffiedrinken, netwerken, altijd amicaal doen; zzp’er Renee Kelder voelt zich een winkelier zonder sluitingstijden. ‘Want je weet nooit wie je de volgende klus aanbiedt.’

Op een zondagmiddag zit ik op mijn knieën naast een grote Samsonite-koffer. Vragend kijk ik op naar Don Schothorst, de oud-reclamegoeroe over wie ik op dat moment een boek schrijf. Vanuit zijn rolstoel knikt hij me bemoedigend toe. Langzaam maak ik de ritssluiting open en denk aan al die mensen in loondienst die op hun vrije zondagmiddag gewoon strandwandelingen maken en dat uitje afsluiten met een pannenkoek.

Hoogstwaarschijnlijk tref ik in deze koffer niet de vakantiekiekjes aan voor het fotokatern van Dons biografie, want we hebben het net uitgebreid gehad over zijn vroegere seksverslaving en zijn ogen glimmen bij de aanblik van de koffer. Als de koffer open is, houd ik een voor een de attributen omhoog: een leren masker, tepelklemmen, een peniskoker met gemene prikkertjes en een indrukwekkende verzameling zwepen.

STUDIO VONQ

Don had mij uitgekozen om het boek over zijn leven te schrijven. Dat was volgens hem omdat ik mezelf tijdens onze eerste ontmoeting ‘zo goed had verkocht’. Mijn vader, zelf al dertig jaar zzp’er, had me nog op het hart gedrukt om bij de kennismaking niet al te amicaal te doen en Don gewoon de hand te schudden. Maar toen ik hem zag, riep ik: ‘Dag schat, wat gewéldig om je te ontmoeten!’ En ik gaf hem drie dikke zoenen. Het ogenblik dat ik zijn wereld betrad, voelde ik feilloos aan hoe ik me moest gedragen om deze klus binnen te halen. Het was de kameleon in mij, die zich in mijn werk als zzp’er ongemerkt steeds beter ontwikkelde.

Mijn vriend – ook zelfstandige – zegt altijd: we zijn ons eigen product, we moeten onszelf in de markt zetten. Vanaf het moment dat ik me drie jaar geleden inschreef bij de Kamer van Koophandel, was ik een winkelier zonder sluitingstijden: altijd open, doordeweeks én in het weekend, desnoods 24 uur per dag.

Voordat ik het wist, verkocht ik mezelf op elk moment, waar ik ook was. Zelfs bij de bakker gedraag ik me tegenwoordig alsof ik moet bewijzen dat ik de leukste klant ben. Ik sta altijd aan, want ik weet nooit wie me de volgende klus aanbiedt. Laatst sprak een wijkagent me aan op de hoek van de straat. Hij zag me vaker lopen met mijn hond en vroeg wat ik van de veiligheid in de buurt vond. De dakloze alcoholist van wie ik last had, was ongevaarlijk, verzekerde hij me, totdat het tegendeel bewezen was. Hij lachte. Vervolgens vroeg hij naar mijn werk en vertelde dat hij zelf ook weleens wat schreef. Hij zou het me mailen, maar toen hij me dezelfde avond nog appte om te zeggen dat we volgens hem nog lang niet waren uitgepraat, wist ik dat ik een probleem had: het probleem van de zzp’er die zichzelf onderweg is kwijtgeraakt. Ik stortte me met zoveel overgave in elk contact, dat de ander regelmatig dacht dat er sprake was van een flirt of versierpoging.

Ik zie nog voor me hoe mijn vader, die een eenmansmediabedrijf runde, omging met periodes waarin hij even geen klussen had. We waren begin jaren 90 verhuisd naar het chique Heemstede, want de zaken gingen goed. Hij had een lucratieve documentaire afgerond, maar raakte in paniek toen er niet meteen een nieuwe opdracht binnenkwam.

“Zelfs bij de bakker gedraag ik me tegenwoordig alsof ik moet bewijzen dat ik de leukste klant ben”

Ik herinner me de eerste keer nog goed. Het was drukkend benauwd weer en mijn vader lag al een paar dagen boven op bed. De zware, groene gordijnen, versierd met paradijsvogels, waren gesloten. Hij staarde voor zich uit terwijl hij zijn hand systematisch in een zak drop stak. Papa is een beetje moe, zei mijn moeder beneden in de keuken met een vastgeplakte glimlach. Het leven als zzp’er drukte als een zware last op zijn schouders. Op de zeldzame momenten dat hij even geen opdrachten kreeg, herhaalde dit patroon zich en was die zak drop zijn enige houvast. Tot de huistelefoon weer rinkelde en hij zangerig ‘Dag kindje!’ in de hoorn riep. Direct herkenden mijn zus en ik de euforische toon die onze vader aansloeg als er iemand uit het vak belde. Al zijn collega’s waren vrienden, maar tegelijkertijd mogelijke opdrachtgevers die allemaal met dezelfde opgewekte energie moesten worden begroet. Nooit durfde hij er op te vertrouwen dat hij die zak drop niet langer dan twee weken nodig had.

De scheidslijn tussen mijn werk en privéleven verdween volledig toen ik besloot een autobiografisch boek te schrijven over mijn verslavingsverleden. Op boekpresentaties, borrels en partijen is vaak de eerste vraag: ‘Wat doe je voor werk?’ Dan begin ik hartstochtelijk te vertellen over mijn vroegere ghb-verslaving en over mijn debuut De parttime-junkie. Ik gooi er meteen wat geestige anekdotes in over lezingen waar me vragen worden gesteld als: ‘Mevrouw, gaf u uw hond ook drugs?’ Zeven jaar clean en nog steeds lijk ik mijn best te doen om te bewijzen dat ik meer ben dan alleen een ex-junk die haar verslavingsverleden exploiteert. Tegelijkertijd ziet de kameleon in mij het vertellen van deze anekdotes ook daadwerkelijk als een kans om uitgenodigd te worden voor een lezing. Vervolgens stelt mijn gesprekspartner voor om een keer wat samen te drinken, omdat veel mensen óók een levensverhaal hebben waar ze graag eens over doorpraten. Ondertussen heb ik al begrepen dat ik niets uit mijn winkel kan slijten, maar wil ik ook niet onbeleefd het gesprek afkappen. Tot mijn eigen schrik hoor ik mezelf vervolgens enthousiast roepen dat we dat vooral eens moeten doen, terwijl ik op dat moment al weet dat ik er tegen die tijd onderuit wil komen. En zo bevind ik me regelmatig in een overvolle koffiebar zonder dat ik eigenlijk weet wat ik met die ander aan moet. ‘Ga je nog op vakantie?’ is de vraag die ik achter de hand houd. En omdat ik mijn wervende zzp-persoonlijkheid niet meer kan uitzetten, zit ik er drie latte’s later nog. Ik zal er alles aan doen om te voorkomen dat je me niet goed genoeg vindt. Niet alleen als zzp’er. Want een afwijzing van mijn werk is verworden tot een afwijzing van mijn persoon.

Omdat je als zzp’er veel dient te netwerken en verschillende opdrachtgevers hebt, herhaalt dit spel zich continu. Zo was ik voor het boek Nederland. Een objectief zelfportret gevraagd een stuk te schrijven over de xtc-pil. Een beetje zenuwachtig vertrok ik op de fiets naar de boekpresentatie. Ik sprak mezelf moed in: borrels zijn best leuk Renee, ook al sta je aan het einde van de avond nog steeds alleen in een hoekje met een lauwe bitterbal en een glas goedkope witte wijn. Op de stoep van veilinghuis Christie’s in Amsterdam stonden Jeroen van Kan en Wim Brands, de samenstellers van het boek, de gasten op te wachten. Joviaal liep ik op ze af: ‘Hi, ik ben van de xtc!’ Het gezelschap viel stil en keek elkaar even aan. ‘Ik wist niet dat we de plaatselijke dealer van Amsterdam-Zuid hadden uitgenodigd?’ zei Wim Brands. Ik kromp in elkaar. ‘Nee, ik heb het verhaal geschreven over de xtc-pil,’ zei ik iets te hard lachend terwijl ik met een knalrood hoofd snel het gebouw in rende om me op de bitterballen te storten.

Zo bevind ik me regelmatig in een overvolle koffiebar zonder dat ik eigenlijk weet wat ik met die ander aan moet

Het ontmoeten van vakgenoten die je alleen via de mail of de telefoon kent, blijft een beproeving. Daarom zweer ik bij het solitaire bestaan van een schrijver, maar soms wil ik ook weleens gewoon ergens bij horen.

Toen ik jaren geleden bij de GGD in dienst was als maatschappelijk werker, had ik een heel duidelijke werkidentiteit. Een rol die ik zonder moeite op me nam vanaf het moment dat ik de beveiligers vrolijk goedemorgen zei en zij steevast iets schunnigs terugzeiden. In de kantoortuin plofte ik geroutineerd achter mijn computer en voerde ‘Lente 4′ in als wachtwoord, zoals de meeste collega’s omdat het al de vierde lente was dat we ons wachtwoord hadden moeten veranderen. De dag kon beginnen. Ik had gesprekken met cliënten die Lidl-tassen vol ongeopende belastingbrieven, aanmaningen en deurwaarderspost op mijn bureau uitstortten, ik belde met schuldeisers en bezocht delinquenten in de gevangenis. Totdat om 5 voor 5 iedereen zijn jas weer aantrok en zijn tas pakte om het pand te verlaten. Ik zette mijn werkmobiel uit, gooide hem in een laatje en deed dat op slot. ‘De mazzel’, ‘ciao’, ‘fijne avond!’ Op de fiets naar huis kon ik alweer ‘gewoon mezelf zijn’ en thuis gaf ik mijn huisgenoot een high five om de werkdag af te tikken. Tot de volgende ochtend waren mijn collega’s, die ene moeilijke cliënt en de schuldsanering uit mijn gedachten.

Soms denk ik met enige weemoed terug aan die kantoortijd. Toen ik nog duidelijk afgebakende vrije dagen had, en op zondag nooit de sm-verzameling van een cliënt uitstalde. Aan de periode dat ik om 5 uur niet alleen mijn werkmobiel uitzette, maar ook mijn ‘werk-ik’.

Een afwijzing van mijn werk is verworden tot een afwijzing van mijn persoon

Ondanks de voordelen van een vast dienstverband weet ik dat ik niet geschikt ben voor een kantoortuinleven van 9 tot 5. Ik ben niet zoals mijn vriendin, die zichzelf gekscherend ‘Noortje van het kantoortje’ noemt. Heerlijk vindt zij het om acht uur per dag dingen te regelen vanachter haar de computer. Ik houd er juist van om midden op de dag een writer’s block te lijf te gaan met een koude duik in het buitenzwembad. Om elke middagpauze met hond Flip door de stad te struinen. En als ik wil overdag met andere zzp’ers koffie te drinken om lekker te klagen over ons zware zzp-bestaan. Mijn vader is sinds kort verlost van al die zorgen. Zijn grootste dilemma als 70-jarige is of hij een nieuwe racefiets zal kopen of toch een elektrische. De dropjes heeft hij afgezworen. Ik ben trots op hem. En kan nog wat van hem leren. ‘Jij als winkel mag af en toe best gesloten zijn hoor, konijn’, zei hij laatst tegen me. Misschien heeft hij gelijk. Voor de stille periodes heb ik gewoon alvast een zak drop gekocht.

Dit artikel verscheen eerder ook in het AD en is geschreven door Renee Kelder.

0 reactie(s) op “‘Ik sta altijd aan’”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.