Lekker doemdenken na prinsjesdag

26/09/2017 Leestijd: 3 minuten

Er is maar een man in Nederland die echt een contract voor onbepaalde tijd heeft en dat is onze koning. Afgelopen dinsdag mocht hij de plannen van het kabinet voordragen. Een van de observaties die hij namens de ministerraad deelde was: ‘Een baan hebben of werkloos zijn, maakt een groot verschil in het leven van mensen.’

Tijdens het luisteren naar de troonrede dacht ik aan een zinnetje uit mijn Duitse idioomboek van vroeger dat je uit je hoofd moest leren: ‘himmelhoch jauchzend, zum tode betrübt.’ Zo’n zinnetje waarvan ik toen dacht dat ik er nooit iets mee zou kunnen, tot vandaag. Want het gejuich om de groeiende economie en het toenemend aantal banen zal denk ik snel verstommen. Het zal plaatsmaken voor een groeiend besef dat onze arbeidsmarkt fundamenteel aan het veranderen is en dat werk, zoals wij dat nu kennen, gaat verdwijnen. Dáár had de koning het ook over moeten hebben. Ik heb vijf aanvullingen geschreven op de troonrede als het gaat om de toekomst van werk. Met mijn beste ambtenarenpen.

  1. Eeuwenlang hebben wij werk als zingeving gezien. Zonder werk valt de mens ten prooi aan ledigheid waarvan wij allemaal weten dat dit het oorkussen van de duivel is. Nu is het moment gekomen dat we daar vraagtekens bij moeten zetten. Vormt werk daadwerkelijk ons karakter, of is de idee dat werk een hoger ideaal en een bewijs van deugdzaam leven achterhaald?
  2. Wij moeten vrezen dat de werkloosheid in de zeer nabije toekomst weer snel gaat stijgen. Sterker nog, wij moeten vrezen dat arbeid een schaars goed gaat worden. Nu al zien we dat de werkgevers hierop in spelen en dat de vurige wens van veel werknemers om meer loon te ontvangen helaas onvervuld zal blijven. De winsten die bedrijven realiseren zijn minder en minder afhankelijk van de factor arbeid. De positie van werkgevers in onze samenleving moet daarom heroverwogen worden.
  3. Arbeidscontracten voor onbepaalde tijd zijn niet meer van deze tijd. Arbeid is in de toekomst een schaars goed dat zo eerlijk mogelijk verdeeld moet worden onder de werkenden. Dit kan alleen door werkgevers en werknemers een vrije keus te laten als het gaat om de arbeidsovereenkomst die zij samen aan willen gaan. De vakbonden voeren momenteel een achterhoedegevecht en zouden er goed aan doen hun achterban te helpen met de transitie naar een onzekere arbeidsmarkt.
  4. Het is noodzakelijk om flink te blijven investeren in onderwijs. Niet langer moeten wij tevreden zijn met een plaats onder de top. Leerlingen en studenten moeten gestimuleerd worden het beste uit zichzelf te halen want alleen op die manier kan onze economie zich staande houden. Daarom moeten we het geld in het onderwijs beter en gerichter gaan besteden en moeten we stoppen met investeren in opleidingen waar, hoewel geliefd bij leerlingen en studenten, in de toekomst geen banen voor zijn.
  5. We moeten ervan uitgaan dat de technologische ontwikkelingen in de toekomst alles mogelijk gaat maken. Zelfs het ondenkbare, dat computers en robots al het werk over kunnen nemen dat nu door mensen wordt gedaan. Dit kan de maatschappij ontwrichten als we daar nú niet over na gaan denken.
0 reactie(s) op “Lekker doemdenken na prinsjesdag”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.