In 2007 was de belangrijkste motivatie van een starter om te solliciteren op een functie de inhoud en doorgroeimogelijkheden. In 2008 blijkt echter dat de werksfeer steeds belangrijker wordt. Maar wat bepaalt de werksfeer?
Onderzoek onder starters over werksfeer
Volgens onderzoek van Talent Today* zijn vooral HBO en WO starters gevoelig voor een goede werksfeer. Zij zeggen binnen een jaar hun baan op als deze slecht is. Maar hoe wordt een goede werksfeer gecreëerd?
Werksfeer: verschillende persoonlijkheden
De persoonlijkheid van je directe baas of collega’s bepaalt een deel van de werksfeer, een groot deel zelfs, zoniet het grootste. De types kennen én weten hoe je er mee moet omgaan, kan de werksfeer enorm verbeteren. Elf types én oplossingen op een rijtje.
1) De locomotief
De locomotief, pletwals, stoomtrein; deze persoon heeft zijn wil en die is wet. Heeft hij of zij een idee, dan wordt van je verwacht dat je deze zonder tegenpruttelen uitvoert.
Oplossing: wees assertief, kalm én redelijk. Beschrijf hoe dit gedrag je doet voelen en hoe een andere communicatie veel kan verbeteren.
2) De perfection
Nooit tevreden, het moet altijd meer, beter en sneller. Daardoor wordt goed werk over het hoofd gezien en nooit gewaardeerd. Ze zijn streng voor hun werknemers, maar minstens even streng voor zichzelf en begrijpen niet waarom anderen dat niet inzien.
Oplossing: probeer hun standaarden niet te halen, want ze liggen gewoonweg te hoog. Dat weten ze zelf ook wel, maar zien het streven er naartoe beter dan de lat lager te leggen. Probeer deze persoon ervan te overtuigen dat minder verwachtingen soms beter is omdat deze gehaald kunnen worden, wat goed is voor de moraal van de werknemers.
3) De status-quo-liefhebber
Een verandering is altijd ten slechte en nooit ten goede. Deze mensen houden niet van veranderingen, aanpassingen en gaan zijn zo ver dat ze de veranderingen gaan aanpassen, ondermijnen of zelfs saboteren. Opgelet: de aversie tegen verandering wordt subtiel geuit.
Oplossing: ze betrekken bij de verandering, die je best ‘evolutie’ of ‘een stap vooruit’ noemt. Als ze zelf ook stappen kunnen bedenken om het systeem te verbeteren, zal de weerstand afnemen.
4) De ‘het-is-mijn-job-niet’-collega
Deze persoon weigert kleine taken uit te voeren omdat ze niet tot zijn of haar job behoren. Het is de professionele versie van ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’ of ‘stipheidsacties’ en is een manier van wraak nemen op collega’s of oversten.
Oplossing: deze persoon is meestal ongelukkig over de manier waarop hij of zij behandeld werd, of geen carrièrekansen meer ziet, waardoor ze het enthousiasme voor hun job zijn verloren. Cursussen of nieuwe uitdagingen kunnen een uitweg bieden.
5) De roddelaar
Het verspreiden van roddels en andere verhaaltjes, geeft de roddelaar een gevoel van belangrijkheid. Hoofdonderwerpen: salaris, wat andere bedrijven bieden, wie het doet met wie en mogelijke ontslagen
Oplossing: geef inzicht in de juiste cijfers en info, waardoor de roddels geen effect meer hebben.
6) De pessimist
Ziet de wereld negatief, slecht en er is nooit licht aan het einde van de tunnel, want de tunnel eindigt nooit.
Oplossing: De negatieve houdingen en gedachtengangen vervangen door (iets) positievere. Een werk van lange adem, want dit kan enkel door volharding.
7) De niet-toegewijde
De niet-toegewijde vindt het werk niet zo belangrijk en mist deadlines ‘omdat deze andere dingen te doen had’. Zo wordt het werk zwaarder voor de rest en zijn of haar houding straalt af op de rest, ‘want als hij/zij het niet doet, waarom zouden wij ons dan nog inspannen’.
Oplossing: deze houding is dodelijk voor de werksfeer én de resultaten. Duidelijke doelstellingen, deadlines en verwachte resultaten moeten haar verteld worden én ze moet van dichtbij gevolgd worden om op tijd te kunnen ingrijpen.
8) De criticus
Hun missie? Niet akkoord gaan. Elke aanpak, idee of suggestie wordt de grond ingeboord en de schuld wordt in jouw schoenen geschoven.
Oplossing: vraag om argumentatie en redenen. Meestal geeft deze persoon kritiek om kritiek te geven. Benadruk dat je zijn/haar zorgen graag serieus wil nemen, maar dat je niet goed begrijpt waarom. Belangrijk is vol te houden, want bij gebrek aan echt goede redenen, komt de meest onconstructieve kritiek jouw kant uit.
9) Het kleine kind
Wil zijn/haar zin krijgen en doet daar alles voor. Maar als het mis gaat, wordt het een klein kind en gaat in een hoekje zitten mokken.
Oplossing: steun. ‘Het kleine kind’ heeft nooit echt geleerd de basis van zijn/haar emoties te herkennen. In feite gaat het om stress en het gevoel er alleen voor te staan. Minder stress en druk helpen ook.
10) De opofferaar
De opofferaar komt het vroegst, blijft het langst, is bereid om alles (erbij) te nemen en werkt het hardst. Tussen de tanden door komt wel eens bedekte kritiek ‘dat ze een slaaf is’ of ‘dat niemand het waardeert’.
Oplossing: Uit je waardering over het werk, zeker als er teamleden of collega’s in de buurt zijn. Een regelmatige e-mail met woorden van waardering kan ook helpen.
11) De zelf-kastijder
Ziet alles als zijn/haar fout of de oorzaak lag bij hem/haar. Probeert continu beter te presteren, omdat hij/zij zijn prestaties nooit goed genoeg acht. Heeft weinig zelfvertrouwen en scheldt zichzelf soms uit waar iedereen bij is. Oplossing: Met harde cijfers aantonen dat hij/zij wél goed werk levert en eventuele slechte zaken niet aan hem of haar te wijten zijn.
* Link werkt niet meer, verwijderd per 16-9-2015, red.
Bron: Goedgevoel.be
Dit artikel is geschreven door Chantal Steinmann
Geef een reactie