Ik had ‘m al vaker in de boekenwinkel zien staan, het boek TED Talks: the official TED Guide to Public Speaking van Chris Anderson. Zelf kijk ik vaak naar de inspirerende video’s van TEDx via YouTube. De inhoud van de lezingen die daar te zien zijn is niet zwaar theoretisch, het zijn meestal vernieuwende onderwerpen die toegankelijk zijn gemaakt voor het grote publiek. In de video’s wordt meestal geprobeerd om begrip of bewustwording te creëren rondom een actueel onderwerp. Vaak kijk ik vol bewondering en met een tikkeltje jaloezie naar de sprekers in deze video’s. Hoe spreken ze zo natuurlijk en overtuigend, zonder ook maar een enkele ‘uhm’ tussen hun zinnen door te laten horen? Dat zou ik stiekem ook wel willen kunnen.
De perfecte presentatie
Het boek van Chris Anderson geeft een heleboel bruikbare tips voor het verbeteren van je ‘public speaking skills’. Er worden voorbeelden gegeven met interessante inzichten uit populaire presentaties van anderen, en er wordt uitgelegd hoe de beste presentaties tot stand komen. Echter stelt de auteur wel dat er (helaas!) geen vaste formule bestaat voor het geven van de perfecte lezing. Geen presentatie zou hetzelfde moeten zijn volgens de auteur, het is essentieel om er vooral je eigen draai aan te geven en jezelf te zijn.
The point of a talk is to say something meaningful – Chris Anderson
Het belang van storytelling in presentaties
De focus van het boek ligt op het belang van storytelling. Anderson beschrijft dat het doel van public speaking en écht goed presenteren als volgt is: het delen van een verhaal en één gedachte met een (groot) publiek. Mensen houden van verhalen. Verhalen zijn vaak leuk om naar te luisteren, maar helpen ons ook om dingen beter te onthouden.
Tijdens een presentatie wil je dat jouw luisteraars op hetzelfde moment met hun gedachten bij jouw verhaal zijn en over hetzelfde onderwerp nadenken. Hoe bereik je dat? Het kennen van je publiek is in ieder geval erg belangrijk: wil je mensen aanspreken, dan is het van belang om alleen termen en tools te noemen waarvan je weet dat jouw publiek ze begrijpt. Is het nodig om toch ook termen te gebruiken die de doelgroep waarschijnlijk nog niet kent? Leg deze dan zo duidelijk mogelijk uit zodat iedereen het kan volgen. Spreek de taal van je publiek.
Aansluiten bij je doelgroep
Tijd is voor iedereen waardevol en kennis kan niet in iemands hersenen gedwongen worden. Voordat je een idee in de gedachten van anderen kunt planten, moeten ze daar ‘toestemming’ voor geven. Vertel je publiek waarom het onderwerp waar je het over wil gaan hebben ook belangrijk is voor hen. Vertel over iets waar jij enthousiast van wordt en gebruik veel echte voorbeelden die herkenbaar zouden kunnen zijn voor de mensen die naar jouw verhaal luisteren. Wees daarbij onverwacht en origineel. Je wilt mensen tenslotte nieuwsgierig maken en meenemen in jouw verhaal.
Tips voor de voorbereiding van je presentatie
Omdat in het boek ontzettend veel bruikbare tips voor de voorbereiding van een presentatie staan, zet ik hier de (naar mijn mening) meest bruikbare op een rijtje.
1. Gebruik de storytelling arc of de dramatic arc als leidraad
Anderson raad je aan om de (structuur) regels van storytelling als leidraad te gebruiken voor je lezingen. Door het verhaal wat je wil gaan vertellen uit te schrijven en spanning op te bouwen d.m.v. je verhaalstructuur, kun je de rode draad in de gaten blijven houden en zo ook een duidelijk en overtuigend verhaal aan anderen overbrengen.
Je kunt hier bijvoorbeeld Freytag’s pyramid voor gebruiken.
Freytag’s pyramid, dramatic arc
Bron: Wikipedia
– Exposition: er was eens… begin met uit een interessante anekdote of omschrijving die je onderwerp introduceert. Bouw de setting van het verhaal.
– Rising action: bouw je verhaal verder uit. Waar wil je naartoe?
– Middle/climax: problemen uit je verhaal/het hoogtepunt van je verhaal.
– Falling action: de oplossing komt naar voren.
– Denouement: het verhaal eindigt/de moraal van je verhaal.
2. Hanteer de 18-minuten regel
Maak gebruik van de 18-minuten regel. Kort je verhaal extreem in en vertel echt alleen de informatie waar het publiek ook echt iets aan heeft. Klinkt logisch, maar je wil toch snel te veel vertellen. Mensen kunnen echter niet mega lang hun aandacht erbij houden, en een verhaal heeft volgens Chris Anderson meer impact als het niet te lang is. 18 minuten is de ideale lengte om jouw punt duidelijk te maken en de aandacht vast te houden.
3. Kritische vragen ter voorbereiding van je presentatie
Om je verhaal over te kunnen brengen, moet je er zeker van zijn dat je een goed lopend verhaal hebt waar je enthousiast over bent en waar je vol overtuiging kunt spreken. Om daar zeker van te zijn, is het handig om jezelf tijdens de voorbereiding de volgende vragen te stellen:
- Zal het verhaal dat ik wil vertellen een verschil gaan maken voor mijn publiek?
- Is mijn verhaal een ‘cadeautje’ of een ‘taak’? Geef ik het publiek iets of vraag ik iets van hen?
- Kan ik het hele verhaal in de tijd die ervoor staat duidelijk uitleggen?
- Kan ik iemand in 15 woorden overtuigen om naar mijn lezing te gaan luisteren?
Als je jezelf deze vragen stelt in de voorbereiding van een presentatie, zorg je ervoor dat je bewuster wordt van het verhaal wat de luisteraars zullen oppikken. Zo kun je de presentatie inkorten en overzichtelijker maken, wat er als het goed is voor zal zorgen dat je je beter voorbereid voelt.
4. Oefenen van je presentatie
Op de universiteit werd vaak aangeraden om je niet te veel voor te bereiden op een presentatie, zodat je geen uit je hoofd geleerde zinnen zou gaan opdreunen. In dit boek wordt juist aangeraden om je wel heel goed voor te bereiden en het meerdere keren hardop te oefenen. Weinig voorbereiding kan zorgen voor meer gespannenheid en voor minder overtuiging aan je publiek. Oefen het een paar keer hardop voor jezelf, maar laat ook iemand die niets van het onderwerp weet ernaar luisteren. Zo kun je controleren of je bepaalde zaken nog verder zou moeten uitleggen om het beter over te laten komen.
Conclusie
Het boek is verhalend geschreven en bevat veel verhelderende voorbeelden, wat ervoor zorgt dat het leuk en makkelijk te lezen is. Ik las telkens een stukje uit het boek in de trein terwijl ik onderweg was naar mijn werk. Ondanks dat ik dus steeds maar een klein stukje kon lezen, baalde ik ervan als ik bij mijn overstap was, omdat ik het boek dan weer dicht moest klappen. Er staan veel praktische tips in waar je écht wat mee kunt, in plaats van de vage voorbeelden die in de meeste boeken naar voren komen en die je zelf ook wel kon bedenken.
Geef een reactie