Werkgever aansprakelijk voor RSI-klachten bij thuiswerk werknemer

15/12/2015 Leestijd: 4 minuten

Op 5 januari 2007 is er een uitspraak van het Hof Amsterdam gepubliceerd over aansprakelijheid van een werkgever voor RSI-klachten van een werkneemster. Hoewel de werkneemster ook een deel van haar werkzaamheden thuis verrichtte én bij een bedrijf waar zij gedetacheerd was, werd de werkgever aansprakelijk geacht voor de schade die de werkneemster leed/lijdt als gevolg van RSI-klachten.

In deze uitspraak gaat het om het volgende.

Een werkneemster is 9 maanden werkzaam bij PGGM (waarvan de eerste 6 maanden als stagiaire) als zij arbeidsongeschikt wordt als gevolg van RSI-klachten. De werkneemster stelt de werkgever aansprakelijk op grond van de zorgplicht die de werkgever heeft ten aanzien van een werknemer voor een veilige werkomgeving (artikel 7:658 BW).

Op grond van artikel 7:658 BW moet de werkgever díe maatregelen nemen die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn functie schade lijdt. Indien de werkgever tekort schiet in zijn zorgplicht, dan is hij jegens de werknemer aansprakelijk voor de schade die de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt. De werkgever is niet schadeplichtig als hij kan aantonen dat hij zijn zorgplicht is nagekomen of wanneer de schade van de werknemer het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Dit artikel geldt in samenhang met de geldende arbeidsomstandighedenwetgeving. Op grond van de (toen geldende) wetgeving is de werkgever – onder andere – verplicht de arbeidsplaats, de daarbij gebruikte hulpmiddelen, de inrichting van de werkplek, de apparatuur en meubilair ergonomisch aan de werknemer aan te passen. Voorts is de werkgever verplicht de werknemer doeltreffend in te lichten over de aard van de werkzaamheden, de daaraan verbonden gevaren en de maatregelen om deze gevaren te voorkomen of te beperken.

Op verschillende punten meent PGGM niet voor de schade die de werknemer lijdt ten gevolge van de RSI-klachten aansprakelijk is.

Ten eerste voert PGGM aan dat er (onder andere) vanwege het korte dienstverband en de niet-bovenmatige werkdruk, geen causaal verband bestaat tussen de werkzaamheden die de werknemer voor haar heeft uitgevoerd en de RSI-klachten.

Het Hof is het hiermee niet eens. Onderzoek heeft namelijk uitgewezen dat RSI-klachten zich ook kunnen ontwikkelen binnen een tijdsbestek van enkele maanden. Over de werkdruk zegt het Hof dat een hoge werkdruk een rol kan spelen bij het ontstaan van RSI-klachten. Werkdruk wordt echter subjectief ervaren. De werkneemster heeft de werkdruk als hoog ervaren. Dat er uit verklaringen van collega’s van de werknemer blijkt, dat de werkneemster geen werkdruk zou hebben, er geen deadlines waren en geen tijdsdruk, kan volgens het Hof echter niet afdoen aan de beleving van de werkdruk door de werkneemster zelf.

Ten tweede stelt PGGM dat zij wel degelijk heeft voldaan aan haar zorgplicht van artikel 7:658 BW in samenhang met de arbeidsomstandighedenwetgeving. Ter ondersteuning van haar standpunt voert PGGM aan dat zij in die tijd al bezig was met het vervangen van meubilair, waardoor iedere werkplek werd voorzien van naar de eisen van de tijd ergonomisch verantwoord meubilair. Ook deed de werkgever het nodige terzake van preventie, begeleiding en tegemoetkoming bij klachten die geuit werden met betrekking tot het werk. Verder stelt PGGM dat de werkneemster niet alleen binnen haar gebouw werkte, maar dat zij ook een gedeelte van haar tijd door PGGM gedetacheerd was bij een ander bedrijf en ook thuis werkzaamheden verrichtte. Volgen PGGM vielen deze twee werkplekken niet onder de verantwoordelijkheid van werkgeefster.

Het Hof maakt echter korte metten met de stellingen van PGGM dat zij voldaan zou hebben aan haar zorgplicht en niet verantwoordelijk zou zijn voor de werkplekken op het bedrijf waar de werknemer gedetacheerd was en op haar thuiswerkplek. Aangezien PGGM als werkgeefster bepaalt op welke plaats, onder welke omstandigheden en met welke hulpmiddelen de werkneemster moet werken, is de zorgplicht ook van toepassing op de werkzaamheden die de werkneemster verrichtte buiten het gebouw van PGGM.

Voorts heeft PGGM volgens het Hof niet voldaan aan haar zorgplicht en de verplichtingen conform de arbeidsomstandighedenwetgeving. Zowel bij PGGM als op de andere twee werkplekken, bleek de werkneemster namelijk op een niet-verstelbare stoel te zitten, die zij niet goed kon aanschuiven. Ook is niet gebleken dat PGGM op enigerlei wijze zorg heeft gedragen voor de inrichting van die werkplekken. Met betrekking tot de thuiswerkplek is komen vast te staan dat de werkneemster zelf een bureaustoel heeft aangeschaft en een bureaublad heeft gemaakt van een oude deur. Hoewel PGGM nog aanvoert dat de werkneemster een introductie zou hebben gehad waarin aandacht is besteed aan beeldschermwerk en ergonomisch werken en er eveneens een poster op haar werkkamer hing, wordt dit door het Hof als onvoldoende beschouwd om van behoorlijke voorlichting te kunnen spreken zoals bedoeld in de arbeidsomstandighedenwetgeving.

Kortom, PGGM wordt wel aansprakelijk geacht voor de schade die de werkneemster lijdt als gevolg RSI-klachten. Ook in het geval wanneer een gedeelte van de werkzaamheden elders (bijvoorbeeld thuis) worden verricht.

 

Dit blog is geschreven door Chantall Sellmeijer.

0 reactie(s) op “Werkgever aansprakelijk voor RSI-klachten bij thuiswerk werknemer”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.