De 30%-vergoedingsregeling: aantrekkelijk voor werknemers en werkgevers

07/03/2016 Leestijd: 5 minuten

Nederland wordt vaak geroemd als aantrekkelijke vestigingsland. Daarbij spelen fiscale factoren een belangrijke rol. Bijvoorbeeld faciliteiten op vennootschapsbelastinggebied (denk aan rulings, uitgebreid verdragennetwerk, etc.), maar ook een belangrijke faciliteit uit de loonbelasting: de zogenaamde 30%-vergoedingsregeling. Die regeling is zowel voor werknemers als voor werkgevers aantrekkelijk. Voor werknemers, vooral als er sprake is van een bruto salarisafspraak. Maar ook voor werkgevers. Zij kunnen immers ook een netto salarisafspraak met hun buitenlandse werknemers (die kwalificeren voor de regeling) maken, waardoor er sprake is van aanzienlijk lagere werkgeverskosten. Bij uitzendingen binnen concernverband zien we dan ook vaak netto salarisafspraken. Daarbij gaat het voordeel van de 30%-vergoedingsregeling dus niet alleen naar de werknemer, maar ook (deels) naar de werkgever.

Achtergrond van de 30%-vergoedingsregeling

De 30%-vergoedingsregeling is ontstaan als een investeringsmaatregel voor buitenlandse bedrijven in de periode van de wederopbouw na de 2e wereldoorlog. Door de regeling betalen buitenlandse werknemers, die tijdelijk in Nederland werken, minder belasting over hun salaris. Eén keer in de zoveel jaar (laatst in 2011) staat de regeling onder (politieke) druk, omdat bepaalde groeperingen dit fiscale voordeel onterecht vinden, en wordt de regeling aangescherpt. De kritiek op de 30%-vergoedingsregeling gaat veelal voorbij aan het feit dat de regeling er ook voor zorgt dat buitenlandse bedrijven in Nederland investeren en dat de betreffende buitenlandse werknemers hier in Nederland hun geld spenderen, hetgeen de economie en de BTW inkomsten stimuleert. De regeling brengt Nederland meer geld op dan dat hij kost. Overigens kennen ook veel andere Europese landen een fiscaal gunstige regeling voor inkomende expats.

De voordelen van de 30%-vergoedingsregeling

De gedachte achter de 30%-vergoedingsregeling is dat werknemers die uit het buitenland afkomstig zijn en tijdelijk in Nederland werkzaam zijn extra kosten hebben gedurende hun verblijf in Nederland, de zogenaamde extra-territoriale (ET) kosten. Voorbeelden van ET-kosten zijn de kosten voor bepaalde formaliteiten en documenten (zoals verblijfsvergunning, A1-verklaring, rijbewijs), opslagkosten voor het deel van de boedel dat niet meeverhuist naar Nederland, reiskosten voor familiebezoek in het land van herkomst, kosten voor taalcursus, extra kosten levensonderhoud ten opzichte van het land van herkomst, etc..
Die ET-kosten mag de werkgever belastingvrij vergoeden. Daarbij kan gekozen worden voor de vergoeding op basis van de daadwerkelijke ET-kosten (dus op basis van rekeningen en bonnen) of voor een forfaitaire vergoeding van de ET-kosten. In dat laatste geval is het daadwerkelijke bedrag van de ET-kosten niet interessant en krijgt de werknemer (maximaal) 30% van zijn bruto salaris uitbetaald als een onbelaste vergoeding, de 30%-vergoedingsregeling dus. Het effect is dat het Nederlandse toptarief in de inkomstenbelasting daardoor dus verlaagd wordt van 52% naar 36,4%, hetgeen werken en wonen in Nederland een stuk aantrekkelijker maakt.

Daarbovenop kan de werkgever aan de werknemer de kosten van de internationale school voor de kinderen (deels) onbelast vergoeden.
Tot slot heeft de werknemer de mogelijkheid ervoor te kiezen dat hij in Nederland alleen belast is voor zijn Nederlandse inkomstenbronnen. Op deze manier betaalt hij geen belasting in Nederland over zijn buitenlandse beleggingsinkomsten.
De 30%-vergoedingsregeling wordt voor een periode van maximaal 8 jaar toegekend. Bij werken en/of verblijf in Nederland in de voorafgaande 25 jaar wordt een korting op de 8 jaar toegepast.

De voorwaarden van de 30%-vergoedingsregeling

Al met al dus zeker een gunstige regeling, die 30%-vergoedingsregeling. Het is dan ook niet vreemd dat er strikte voorwaarden zijn gesteld aan werknemer en werkgever om de regeling toegekend te krijgen. Die voorwaarden zijn:

  • Er moet loonbelasting in Nederland worden afgedragen.
  • De werknemer moet vanuit het buitenland worden aangeworven of vanuit het buitenland worden uitgezonden naar Nederland. En in de 24 maanden voorafgaand aan de 1e werkdag in Nederland moet de werknemer hemelsbreed meer dan 150 km van de Nederlandse grens gewoond hebben. Uitzonderingen hierop bestaan voor gepromoveerden en voor werknemers die eerder in Nederland gewerkt hebben met een 30%-vergoedingsregeling.
  • De werknemer moet beschikken over specifieke deskundigheid die niet of nauwelijks voorhanden is op de Nederlandse arbeidsmarkt. De specifieke deskundigheid wordt in eerste instantie afgemeten aan de hoogte van het salaris: tenminste een belastbaar loon excl. de 30%-vergoeding van € 36.889 in 2016. Voor werknemers jonger dan 30 jaar en in het bezit van een mastertitel geldt een lagere salarisnorm (€ 28.041 in 2016). Voor wetenschappelijke onderzoekers bij een onderzoeksinstelling geldt geen salarisnorm.
  • Werkgever en werknemer moeten de toepassing van de 30%-vergoedingsregeling vooraf schriftelijk overeenkomen.
  • Werkgever en werknemer dienen samen het verzoek voor toepassing van de 30%-vergoedingsregeling in bij de belastingdienst.
  • De werkgever moet continue toetsen of voldaan is aan de eisen van de 30%-vergoedingsregeling.

Aandachtspunten voor de werkgever

De werkgever speelt een belangrijke rol in de 30%-vergoedingsregeling. De werkgever moet namelijk niet alleen met de werknemer de regeling schriftelijk overeenkomen en tijdig aanvragen. Maar moet ook blijven toetsen of nog voldaan wordt aan alle voorwaarden van de 30%-vergoedingsregeling en moet de regeling correct verwerken in de salarisadministratie. Die continue toetsing heeft met name betrekking op het voldoen aan de salarisnorm. Als dat niet meer het geval is (bijv. omdat de werknemer niet meer onder de verlaagde salarisnorm valt of omdat niet langer fulltime gewerkt wordt), kan de regeling niet langer worden toegepast of moet het percentage van de onbelaste vergoeding worden aangepast.

Conclusie

Inkomende expats in Nederland en hun werkgevers doen er goed aan tijdig te bekijken of de 30%-vergoedingsregeling van toepassing is dan wel de daadwerkelijke ET-kosten vergoed kunnen worden. Voor beide partijen is het een fiscaal aantrekkelijke faciliteit om de belastingdruk te verlagen.

0 reactie(s) op “De 30%-vergoedingsregeling: aantrekkelijk voor werknemers en werkgevers”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.