Dagentelling in de 183 dagen regeling bij een grensarbeider

07/11/2016 Leestijd: 2 minuten

De meeste belastingverdragen kennen een zogenaamde 183 dagen regeling. Deze regeling bepaalt waar het inkomen van een inwoner van de ene staat, die (ook) werkt in de andere staat, belast mag worden. In het Nederlands-Belgisch belastingverdrag is deze regeling zo opgeschreven dat de hoofdregel is dat de werkstaat mag heffen over het arbeidsinkomen, tenzij cumulatief voldaan is aan onderstaande drie voorwaarden:

  • de werknemer verblijft in een tijdvak van 12 maanden niet langer dan 183 dagen in de werkstaat; EN
  • de beloning wordt betaald door een werkgever die geen inwoner is van de werkstaat; EN
  • de beloning komt niet ten laste van een vaste inrichting die de werkgever in de werkstaat heeft.

Het Hof Den Bosch heeft onlangs een wel heel bijzondere uitspraak gedaan over de manier van tellen van deze 183 dagen. Het betrof een casus waarin een inwoner van België werkzaamheden verrichtte in Nederland. Voor die werkzaamheden verbleef hij minder dan 183 dagen in een periode van 12 maanden in Nederland. Maar hij verbleef in dat tijdvak ook nog in Nederland voor privé doeleinden. Het aantal dagen doorgebracht in Nederland voor zakelijke en privé doeleinden samen was meer dan 183 dagen in een tijdvak van 12 maanden. Dat betekent normaliter in deze situatie dat op grond van het Nederlands-Belgisch belastingverdrag het inkomen dat ziet op de in Nederland gewerkte dagen belastbaar is in Nederland. Er wordt nl. geen onderscheid gemaakt tussen het doel van de verblijfsdagen in Nederland. Het gaat puur erom of er wel of niet in Nederland wordt verbleven, ongeacht de reden van dit verblijf. Die interpretatie is conform de toelichting op het OESO modelverdrag waarin deze 183 dagen regeling ook is opgenomen.

Het Hof Den Bosch is echter in deze casus van mening dat de dagen die de grensarbeider in Nederland heeft doorgebracht ten behoeve van privé doeleinden niet hoeven te worden mee geteld in de berekening van de 183 dagen. Het Hof geeft hiermee een bijzondere invulling aan de 183 dagen regeling. Het lijkt erop dat het Hof van mening is dat ingeval van grensarbeiders de 183 dagen op een andere manier geteld moeten worden: alleen de dagen die zien op zakelijke activiteiten moeten geteld worden. De achterliggende gedachte hiervan zou kunnen zijn dat grensarbeiders dusdanig dicht bij de grens wonen dat ook een deel van hun sociale leven zich in dat andere land zou kunnen afspelen. Maar het blijft vreemd om een onderscheid te maken tussen grensarbeiders en andere internationaal werkende werknemers dan wel expats. Bovendien zijn er bij deze interpretatie van de 183 dagen regeling behoorlijk wat vragen te stellen. Bijvoorbeeld: wanneer is er sprake is van (alleen) privé redenen, waar ligt het kantelpunt, wat als zakelijke belangen ook meespelen, etc.

Het is dan ook alleszins begrijpelijk dat de Staatssecretaris van Financiën inmiddels beroep in cassatie heeft ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof Den Bosch.

0 reactie(s) op “Dagentelling in de 183 dagen regeling bij een grensarbeider”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.