Duurzame inzetbaarheid: trend of actualiteit?

01/02/2018 Leestijd: 4 minuten

Duurzame inzetbaarheid is al een aantal jaren terrein aan het winnen binnen het HR vakgebied en is een terugkerend thema geworden voor zowel onderzoekers als praktijkmensen. Maar wat is duurzame inzetbaarheid nou precies? En waarom is het juist in de huidige tijd een belangrijk thema? In dit blog zal ik het onderwerp kort uiteenzetten en daarmee het startschot geven voor een serie blogs die dieper ingaan op het onderwerp.

Duurzame inzetbaarheid, oftewel de manier waarop werkgevers omgaan met de gezondheid, betrokkenheid en ontwikkeling van de eigen werknemers, is een thema dat bij steeds meer bedrijven en onderzoekers hoog op de agenda staat. Er zijn een aantal redenen die de ogenschijnlijk plotselinge populariteit van dit onderwerp kunnen verklaren. Zo zijn er een aantal demografische veranderingen binnen Nederland gaande; de vergrijzing van de bevolking blijft in hoog tempo toenemen, terwijl er een verminderde beschikbaarheid is van jonge werknemers. Als gevolg hiervan wordt er een chronisch tekort aan arbeid voorzien in de toekomst.

Naast deze demografische veranderingen zijn er nog twee significante veranderingen waar te nemen op de arbeidsmarkt die zorgen voor extra aanleiding om het onderwerp serieus te nemen. De arbeidsmarkt wordt steeds complexer van aard en is tegelijkertijd aan vele veranderingen onderhevig (denk aan globalisatie, economische ontwikkelingen zoals een crisis, de snelle ontwikkeling van nieuwe technologieën en verschillende sociale trends zoals o.a. flexwerken).

Om met deze zeer dynamische arbeidsmarkt te kunnen omgaan, zijn organisaties op zoek naar werknemers die productief en flexibel zijn, een hoge mate van inzetbaarheid hebben en een lage absentie hebben op het werk. Deze eigenschappen kan een organisatie in zekere mate positief beïnvloeden; door een allesomvattend en geïntegreerd raamwerk van duurzaam inzetbaarheidsbeleid.

In de arbeidsmarkt kunnen drie externe trends worden waargenomen waaruit blijkt dat organisaties steeds meer in duurzame inzetbaarheid beginnen te investeren.

  • Er is een verandering waar te nemen in de aanpak van personeelszaken. Werknemers werden vroeger vooral gezien en behandeld als een last voor het bedrijf, terwijl ze nu gezien worden als een waardevol bezit met het daarbij behorende juiste management.
  • Er heeft een verandering plaatsgevonden in de manier waarop relatie tussen werk en gezondheid wordt gezien. Waar er altijd vanuit werd gegaan dat werk een negatieve impact had op de gezondheid, wordt het nu gezien als een potentiele positieve impact op de gezondheid (mits op de juiste manier gemanaged). Dit is een groot verschil, omdat organisaties nu niet alleen bestaande problemen rondom de duurzame inzetbaarheid van zijn werknemers probeert op te lossen (reactief) maar ook probeert de duurzame inzetbaarheid te verhogen door bepaalde interventies te initiëren (proactief).
  • Er zijn een aantal significante veranderingen waar te nemen in Europese regelgeving. In een poging duurzaam inzetbaarheidsbeleid te stimuleren bij organisaties. Zo is het bijvoorbeeld in de meeste landen aanzienlijk moeilijker geworden om ‘vroeg’ met pensioen te gaan, omdat veel van de voordelen die in het verleden werden geboden zijn afgeschaft. Meer van deze veranderingen in wetten, regelgeving en initiatieven zijn waar te nemen in heel Europa, alhoewel de variatie tussen de verschillende landen nog erg groot is.

Er kan dus wel degelijk gesteld worden dat duurzame inzetbaarheid meer is dan alleen een trend; het is een serieus onderwerp op de agenda bij vele organisaties en dit zal vermoedelijk in de toekomst alleen maar toenemen.

In verschillende wetenschappelijke artikelen wordt duurzame inzetbaarheid gedefinieerd, alhoewel er kleine verschillen zijn waar te nemen in deze definities. Deze verschillen zijn echter minimaal; vaak gaat het vooral om verschillen in de ‘breedte’ en niet om inhoudelijke verschillen. Een veelgebruikte definitie is de volgende: “Werknemers moeten de mogelijkheden en condities hebben om actief deel uit te maken van het werknemersbestand, met behoud van een goede gezondheid en welzijn gedurende het beroepsleven”. Deze mogelijkheden en condities worden vaak onderverdeeld in een drietal componenten; werkvermogen, inzetbaarheid en vitaliteit:

  • Werkvermogen is het fysieke, mentale en sociale vermogen om te werken
  • Inzetbaarheid is de voortdurende vervulling, verwerving of creatie van werk door het optimaal benutten van de competenties.
  • Vitaliteit is het energiek, fit en sterk voelen; de mogelijkheid om voor langere tijd te werken en het bezitten van de mentale capaciteiten om dit te doen.

Onder meer van der Heijden (2011) hebben beargumenteerd dat inzetbaarheid alleen duurzaam genoemd kan worden wanneer met alle drie de componenten rekening wordt gehouden.

Deze korte beschrijving van duurzame inzetbaarheid en het steeds groter wordende belang hiervan voor organisaties vormt zoals gezegd het startschot voor een reeks blogs over dit onderwerp. Onderstaand de onderwerpen die in de komende weken behandeld zullen worden:

  • 1e blog: Duurzame inzetbaarheid in het algemeen en waarom het nu een belangrijk thema is
  • 2e blog: Werkvermogen (work ability)
  • 3e blog: Vitaliteit (vitality)
  • 4e blog: Inzetbaarheid (employability)
  • 5e blog: Transnationale verschillen in duurzame inzetbaarheid
  • 6e blog: HR praktijken voor het verbeteren van duurzame inzetbaarheid

Bovenstaand schema is een voorlopige uiteenzetting van de komende onderwerpen. Ben je benieuwd naar een ander onderwerp gerelateerd aan duurzame inzetbaarheid? Of heb je een suggestie? Laat het mij weten in een reactie! Ik zal dit dan meenemen en bespreken in een van de komende blogs!

 

0 reactie(s) op “Duurzame inzetbaarheid: trend of actualiteit?”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.