De ontwikkeling van een groep

15/12/2015 Leestijd: 3 minuten

Vandaag ga ik terug naar de schoolbanken. Achter mij staat een boekenkast met 600 boeken. Veel managementliteratuur, waaronder een boek genaamd groepsdynamica, geschreven door Jan Remmerswaal. Dat boek heb ik tijdens mijn opleiding personeel&arbeid veel gelezen en de theorieën blijven me interesseren. Vandaag zal ik een stukje uit het boek lichten waarin de ontwikkeling van een groep in verschillende fasen wordt omschreven.

Doch eerst een korte verklaring. Waarom deze stap, terug naar de schoolbanken? Een logische verklaring: ik heb vandaag zo’n 50 mails verstuurd, 20 programma’s geïnstalleerd, kortom, zoveel digitale dingen gedaan dat ik dacht: maar er zijn nog altijd de ‘basics’. En die zijn erg makkelijk te vergeten in dit informatietijdperk. Ik ben een grote fan van nieuwe ontwikkelingen, ik hoop dat dat uit mijn blogs blijkt, maar een stapje terug naar theorie van mijn HBO blijft ook zeker interessant.

Remmerswaal beschrijft het ontstaan van een groep in fasen. Realiseert u zich dat er in een organisatie altijd verschillende groepen bestaan en dat deze groepen zich in verschillende fasen van ontwikkeling kunnen bevinden.

Introductiefase

In deze fase wordt bepaald wat de doel is van de groep, hoeveel leden de groep zal hebben, welke leden in de groep zullen zitten en wellicht welke methodieken er worden gebruikt.

Oriëntatiefase

In deze fase is de groep afhankelijk van de leiding en het vastgestelde programma. Er worden vragen gesteld en iedereen zoekt zijn eigen positie binnen de groep. De fase wordt afgesloten als iedereen zijn plaats heeft binnen een bepaalde (taak) structuur. Die structuur is gericht op toekomstige groepsactiviteiten.

Machtsfase

In deze fase wordt dieper ingegaan op de plaats die men inneemt in de groep. Zo wordt er gekeken naar leiderschap en onderlinge relaties. De opgelegde leiderschap kan bijvoorbeeld worden vervangen door een groepseigen invloedsverdeling. In deze fase zoekt iedereen een plaats waarop hij zoveel macht heeft als hij zelf fijn vindt.

Affectiefase

In deze fase wordt aandacht besteed aan de mate van betrokkenheid op elkaar. Deze fase vindt pas zijn einde wanneer de onderlinge verbondenheid vastere vormen aangenomen heeft. Er word gekeken naar wie wel en niet mag en soms kunnen als gevolg hiervan subgroepen ontstaan.

Fase van de autonome groep

In deze fase heeft de groep haar eigen taakstructuur, invloedsverdeling en haar eigen relatiepatroon ontwikkeld. De groep is dan tot volle rijping gekomen. De groepsleden zijn nu vertrouwd met elkaar, weten waar ze staan en daardoor ontstaat er ruimte voor bijvoorbeeld het inbrengen van persoonlijke ervaring. Een meer kwetsbare opstelling wordt mogelijk. Er kan een groepsklimaat groeien waarin de groep niet wordt gezien als een opgelegde structuur, daardoor kan ieder groepslid het gevoel krijgen dat hij zichzelf kan zijn. In deze fase gaat het om het accepteren van zichzelf in relatie tot de anderen. De individuele bijdrage vanuit persoonlijke betrokkenheid staat voorop.

En de link naar HRM

Groepsdynamica is een machtig interessante wetenschap. Een waar HRM’ers zich vaker van zouden mogen bedienen. Je bewust zijn van de fase waarin een groep zich bevindt en welke activiteiten moeten worden ondernomen om naar de volgende fase te komen kan enorme toegevoegde waarde hebben voor groepswerk. Gaat u na hoeveel beter een autonome groep zal lopen vergeleken met een groep waarin de informele rollen nog niet zijn verdeelt en dan weet u hoeveel winst hier te behalen valt.

0 reactie(s) op “De ontwikkeling van een groep”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.