Dieptepsychologie: transformatie II

21/11/2017 Leestijd: 5 minuten

In mijn vorige blog schreef ik over de transformatie die een oud-collega van mij had doorgemaakt nadat hij in een burn-out terecht was gekomen. In deze blog wil ik nog eens wat nader inzoomen op het begrip transformatie in de dieptepsychologie. De vragen die ik zal trachten te beantwoorden zijn:

  • Kan een mens daadwerkelijk veranderen? Hoe vaak hoor je niet zeggen? “zo ben ik nu eenmaal of ze moeten me maar nemen zoals ik ben”, alsof daar niets meer aan te veranderen is en mensen dat wellicht ook niet willen.
  • En waarom zou een mens eigenlijk moeten veranderen? We zouden ook een omgeving kunnen creëren die past bij wie we menen te zijn.

In het werk van Carl Gustav Jung, een van de grondleggers van de dieptepsychologie, is transformatie een centraal thema. Als Jung het over transformatie van de mens heeft dan gaat hij er niet vanuit dat mensen het in zich hebben om een totaal nieuwe/andere persoon te worden. We moeten het dus gewoon toch doen met wat we zijn. Echter, binnen het kader van wie we zijn als mens valt er toch nog genoeg te transformeren. Jung linkt transformatie aan het begrip individuatie. Individuatie is kort gezegd het proces waarbij iemand zichzelf wordt. Maar dat waren we toch al? Onszelf? Moeten we dan transformeren om onszelf te worden?

Volgens Jung is transformeren geen kwestie van moeten of niet moeten. Het is een natuurlijk proces dat zich vanzelf voltrekt. Kijk maar om je heen: de bomen laten hun bladeren vallen om straks in het voorjaar weer mooi nieuw blad te vormen, kinderen worden volwassen, economieën komen op en ze vallen om. De mens transformeert van kleuter naar puber, naar adolescent en naar volwassene. Het lichaam transformeert en de psyche transformeert. Maar buiten het feit dat het een natuurlijk proces is en het als het ware vanzelf gaat, kan het veel inzicht en persoonlijke groei geven als we ons bewust gaan worden van de transformaties.

Volgens Ap Dijksterhuis, hoogleraar psychologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, speelt bij het grootste deel van ons gedrag het bewustzijn echter geen enkele rol. In zijn boek Het Slimme Onbewuste haalt hij allerlei boeiende onderzoeken aan die deze stelling onderbouwen (Dijksterhuis, 2007). Het meeste gedrag dat wij ten toon spreiden is dus onbewust. De transformatie die Jung benadrukt in zijn werk gaat over het bewust worden van de onbewuste delen in onze psyche. Dit transformatieve proces noemt hij individuatie.

 

Photo: Myrabella / Wikimedia Commons / CC BY-SA 4.0

In de kern betekent individuatie ‘worden wie je werkelijk bent’. Het wil zeggen dat je kunt ageren en reageren zonder dat je allerlei verdedigings- en overlevingsmechanismen hoeft in te zetten. Als je zicht krijgt op je onbewuste Schaduwdelen kan je veel natuurlijker en authentieker omgaan met de mensen en de wereld om je heen. Wat overigens niet altijd wil zeggen dat je een betere of perfectere versie van jezelf wordt. Individuatie kan ertoe leiden dat ook de minder fraaie kenmerken van ons aan het licht komen. Onze jaloerse kant kan bijvoorbeeld zichtbaar worden of onze boze kant.

Toch is daar niks mis mee. Sterker nog het kan uitermate bevrijdend werken om zicht te krijgen op de draken in ons onbewuste. Rilke zegt het prachtig in zijn ‘Brieven aan een jonge dichter’:

Wellicht zijn alle draken in ons leven
Uiteindelijk wel prinsessen die in angst en beven
Er slechts naar haken
Ons eenmaal dapper en schoon te zien ontwaken.
Wellicht is alles wat er aan verschrikking leeft
In diepste wezen wel niets anders
Dan iets dat onze liefde nodig heeft.

Rainer Maria Rilke Brieven aan een jonge dichter
Brief an Franz Xaver Kappus, 2. August 1904

Pas als we het licht laten schijnen op het jaloerse, boze of angstige dan kunnen we er iets mee. Als we doen alsof het er niet is en we blijven het onderdrukken dan heeft het ons in de tang en belet het ons om te reageren vanuit ons authentieke Zelf. Bewustzijn maakt dat we een begin kunnen maken om ermee te leren dealen. Dat is een lange weg, maar zeer de moeite waard.

Individuatie, het transformatieve proces van ‘worden wie je werkelijk bent’, heeft overigens niets te maken egoïsme. Dit kan zo lijken omdat het woord ‘individu’ er in zit en het gaat over zelfverwezenlijking. Maar deze verwezenlijking van het Zelf kan volgens Jung alleen maar met behulp van de ander. In de ander zien we immers onszelf weerspiegeld door het projectiemechanisme. Hoe beter we gaan beseffen dat de ander ons eigen zieleleven spiegelt, hoe meer compassie we krijgen met de ander en compassie is natuurlijk het tegenovergestelde van egoïsme. Compassie verbindt ons met de ander.

Voor Jung is het proces van transformatie dus een heel natuurlijk proces dat ons hele leven blijft doorgaan en waarbij we gebruik maken van ons instinct dat gericht is op heelheid. Naarmate wij ouder worden krijgen we (hoewel vaak met vallen en opstaan) meer inzicht in onszelf. ‘Hoe ouder hoe wijzer’, is een bekende zegswijze.

Therapie kan de transformatie versnellen en de mogelijkheid bieden om in een veilige omgeving te onderzoeken hoe het nu precies zit met die draken in je leven. Dit kan niet alleen je persoonlijke groei een boost geven, maar zeker ook een aanzet geven tot groei in je werkzame leven.

Tot slot wil ik in dit verband van transformatie nog wijzen op een prachtige film van Ron Fricke: Samsara (Fricke, 2011). Samsara is Sanskriet voor het eeuwig draaiende wiel van het leven. De film geeft heel beeldend en indringend weer wat transformatie betekent. De film is gratis te bekijken op het internet. Als je googled op Samsara, Ron Fricke en free documentary dan zal je hem zeker tegenkomen.

0 reactie(s) op “Dieptepsychologie: transformatie II”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.