Westerlingen terug in de schoolbanken om Mandarijn te leren

16/10/2006 Leestijd: 3 minuten

‘wo keyi wennin jian shi ma?’
‘dangran. Shi wo neng wei nin zuo shenme’

Wie denkt dat dit geheimtaal is, of een verzinsel van de auteur, heeft het mis. Hoewel de schrijftaal met de vele tekens voor ons westerlingen helemaal onleesbaar zijn, is dit het fonetische schrift van het Mandarijn, de taal die in een groot deel van China wordt gesproken.

1.2 miljard zielen

Een natie met tussen de 1,2 en 1,4 miljard zielen (ze weten het exacte aantal niet), ontelbaar veel groter dan Nederland en zelfs Europa valt erbij in het niet. De laatste jaren neemt de handel met dit land toe, bezoeken we het frequenter en maakt het zich op om de wereldmacht over te nemen. De dubbele groeicijfers, die bewust afgeremd worden omdat het anders fout gaat, is daar een duidelijk bewijs van. In het land zelf merk je deze dynamiek dagelijks, het land en de mensen willen vooruit en het voorbeeld van het westen is hun ideaal. Ontelbaar veel studenten International Business en ICT lopen er rond. Zeker de jonge generatie is erg geïnteresseerd in buitenlanders en redt zich aardig met het Engels. En laten we realistisch blijven, met zo’n reserve aan arbeiders met een arbeidsethos die er niet om liegt, steken wij Nederlanders met ons parttime werken, ATV en een berg aan verlofdagen die we vaak niet eens opkrijgen, maar schril af.

Communicatie

De communicatie tussen Chinezen en anderstaligen blijft echter een probleem, zeker voor wat betreft de oudere generatie. Velen van hen spreken het Mandarijn vloeiend. En waarom zou je anders, in een land met zoveel inwoners van zo’n enorme omvang?

Maar nu de Chinese economie in een versnelling is en de economische aspiraties er niet om liegen, hebben wij westerlingen vaak de gedachte dat zij dan maar Engels moeten leren spreken en schrijven. Immers, dat is de gangbare wereldtaal, voor ons. Maar is dat wel zo, en is dat niet toevallig de mening van mensen die niet door hebben welke gekleurde bril ze dragen? Immers, bijna een kwart van de wereldbevolking woont in dit immens grote China. Dus waarom zou je de rollen niet omdraaien omdat het grootste aantal telt?

In een Beijings restaurant werd het me pijnlijk duidelijk. Om mijn hongerige maag te stillen, moest ik in een afgelegen gebied waar niemand dagelijks met buitenlanders omgaat, een maaltijd bestellen. De vrouwelijke manager, een kortgeknipte en kordate dertiger, werd erbij gehaald. Samen kwamen we uit het dilemma, en vervolgens probeerde ze me een paar woorden in het Chinees bij te brengen. Vol geduld, langzaam voorzeggend, en ik mocht haar nazeggen. Net zoals vijfentwintig jaar geleden in de schoolbanken. Ze was geduldig, maar op een gegeven moment raakte haar geduld duidelijk op. Deze leerling was wel erg lastig en moeilijk te onderwijzen, zulke eenvoudige woordjes! Opeens besefte ik dat ik daar, nog geen tien minuten daarvoor, gefrustreerd had zitten staren naar de menukaart. ‘Verdomme, ze kunnen geen woord Engels. Dat is toch wel het minste wat je moet kunnen. Wat erg.’ Het was een gezonde exercitie om de rollen eens om te draaien.

Terug in de schoolbanken

Misschien moeten wij westerlingen wel de terug de schoolbanken in. Om collectief het Mandarijn te leren. Gelukkig is dit schooljaar het aantal studenten Oriëntaalse Talen en Communicatie aan Nederlandse universiteiten verdubbeld ten opzichte van een paar jaar geleden. Dat is een goed teken. Maar de vraag blijft daar. Waarom moeten zij zich aanpassen, en zouden wij dat niet net zo goed moeten doen?

‘wo feichang gaoxing’.

Wwo keyi wennin jian shi ma?
Mag ik wat vragen?
Dangran. Shi wo neng wei nin zuo shenme.
Natuurlijk. Wat kan ik voor je doen
Wo feichang gaoxing.
Het was me een waar genoegen.

0 reactie(s) op “Westerlingen terug in de schoolbanken om Mandarijn te leren”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.